‘Het was echt een beetje een domper’, vertelt Steehouder, docent aan de Academie voor Marketing en Business Management in Breda. Vorige week zondag kwam hij terug in Nederland. De bedoeling was dat er een paar duizend euro naar Stichting ASCOD zou gaan, een organisatie die arme kinderen uit Gambia de kans op onderwijs biedt.
T-shirts en ballonnen
‘Na een maand en 7.300 kilometer rijden dacht ik eenmaal ter plaatse goede daden te kunnen doen’, vertelt Steehouder. ‘We hadden allerlei spullen bij in onze jeep: T-shirts, snoep, ballonnen en schoolspullen, zoals potloden. Maar het uitdelen werd een chaos. Als ik een kind een T-shirt gaf, wilde het er meteen nog een, in plaats van bedankt te zeggen.’
Steehouder en zijn reispartner, vriend Christ-Jan, verloren daarnaast hun vertrouwen in ASCOD: ‘Er was helemaal geen transparantie wat er met het geld ging gebeuren en de betrokken personen bleken onbetrouwbaar. We twijfelden ernstig of het geld wel terecht zou komen bij de mensen voor wie het bedoeld was. Dat gaf zo’n slecht gevoel, dat we ter plekke hebben besloten niet al het sponsorgeld aan de stichting te geven.’
Ontwikkelingshulp
De Nissan Patrol is wel, volgens plan, geveild voor ASCOD. Steehouder, teleurgesteld: ‘Verder hebben we wat geld gegeven aan een docent van een schooltje daar en ons gereedschap aan een Nederlander die daar met goedkope materialen waterputten bouwt. En dat ook aan de dorpelingen zelf leert.’
Steehouder is er nu wel achter dat zomaar geld weggeven niet de oplossing is: de mensen moeten zelf veranderen en hun land leren opbouwen en draaiende houden. ‘Natuurlijk kende ik de verhalen over corruptie in Afrika en ik wist dat de discussie speelt over het nut van ontwikkelingshulp. Maar wij dachten: het zal wel meevallen, als we daar zélf zijn, kunnen we het goed coördineren…’
Avontuur
Maanden is Steehouder bezig geweest met voorbereiden en geld inzamelen voor Avans2Africa, de naam van hun reis voor het goede doel. ‘Begrijp me niet verkeerd: we hebben een geweldig avontuur beleefd. Er is zoveel te zien en beleven in de landen waar we doorheen zijn gekomen, dat had ik niet willen missen.’ Zijn bruine hoofd is het bewijs van een maand in het zonnige Afrika.
Twee keer kregen Steehouder en Christ-Jan, monteur van beroep, autopech. ‘We zijn zelfs één keer een paar uur gesleept door een andere terreinwagen uit onze karavaan. We hebben uren bij grensposten moeten wachten en ook politieagenten en douaniers om moeten kopen met geld en blikjes bier om door te kunnen. Weer die corruptie…’
Wat gebeurt er nu met het overgebleven sponsorgeld? Steehouder: ‘We gaan hier in Nederland een ander goed doel zoeken om het geld aan te doneren, in ieder geval moet het weer iets met onderwijs zijn. En ik moet er echt vertrouwen in hebben dat het geld goed terechtkomt.’ [LJ]
Zie ook de eerder verschenen berichten:
Jeep rijdt Avans binnen 09-02-2010
In de jeep naar Gambia 21-01-2010
Punt. Of had jij nog wat?