Terug naar overzicht

Opinie: ‘Corrigeer jongeren die zich misdragen’

Het woord ‘bemoeial’ is in Nederland al heel lang een scheldwoord. Sinds de jaren zestig zijn mensen allergisch geworden voor de preken en bemoeienis van de ander. Het niet willen bemoeien met de ander is een uitvloeisel van leven in een iets te doorgeschoten ik-cultuur waar een ‘ieder-voor-zich-en-laat-ieder-doen-wat-ie-wil’-mentaliteit domineert. Dat is een typisch Nederlands probleem. In zo’n cultuur leren ouders niet elkaars kinderen op te voeden op straat, speelplaats of op het voetbalveld wanneer ze onrecht, rottigheid of fout gedrag zien. Dan kan het gebeuren dat niemand ingrijpt als jongens van 15 en 16 jaar een grensrechter ernstig mishandelen. Niemand greep in.

Dat zelfs de medespelers van de verdachten, zelf ook van Marokkaanse achtergrond, niet ingrepen, zegt iets over hoe vernederlandst ze zijn als het gaat om het niet willen bemoeien met de ander. Hoe anders is het in Marokko, waar mensen elkaar voortdurend opvoeden op straat en elkaar ook in de gaten houden. Op straat worden jongens met fout gedrag door allerlei vreemde mensen aangesproken. Zij stellen zich op als oudere broers, ooms, tantes of zelfs als vaders en moeders en dat wordt daar zelfs ook geaccepteerd.

Dat is in Nederland ondenkbaar. Hier durven ouders nog niet eens het gedrag van andere kinderen in hun buurt aan te spreken, omdat ze bang zijn hoe hun ouders daarop reageren. Het is deze terughoudendheid en angstcultuur waar ik grote moeite mee heb. Daar moeten we echt snel van af.  Jongens die extreem of agressief gedrag vertonen – zoals Ellis Plokker op de Podium-pagina van 14 december beschrijft – moeten niet alleen door de eigen gemeenschap of door rolmodellen worden aangesproken, maar door een veel groter sociaal netwerk. Ook moet er meer kennis komen bij de autochtone professionals hoe ze het beste met Marokkaanse jongens in een kwetsbare positie kunnen omgaan. Sommige Marokkaanse jongens met een kort lontje, die meteen naar geweld grijpen om hun verhaal te halen, hebben thuis niet geleerd om op een normale manier te praten over problemen of conflicten. Te weinig mensen beseffen hoeveel stress en druk zij ervaren bij hun moeizame integratie. Professionals, die met deze lastige jongens werken, moeten hen helpen bij het bouwen van een sterk netwerk. Daarnaast moet voorkomen worden dat ze te snel in een slachtofferrol kruipen en daarmee hun talenten verkwanselen.

 Niet altijd is het voor buitenstaanders helder welke impact het op de mentale gemoedstoestand van Marokkaanse jeugdigen heeft om thuis te leven in een dominante wij-cultuur en daarbuiten in een ik-cultuur. Marokkaanse jongens worden thuis strak opgevoed en eenmaal buiten als jonge honden losgelaten. Voor Marokkaanse meisjes geldt dat laatste overigens niet. Daarom doen zij het relatief veel beter dan de jongens, omdat het verschil tussen de wereld thuis en daarbuiten minder groot is.

In Marokko zouden jongens met gedragsproblemen op straat of het voetbalveld ook opgevoed worden. Maar hier in Nederland is er bijna niemand die zich bemoeit met het foute gedrag van de ander. Daarom doe ik een pleidooi voor het stimuleren van een bemoeicultuur. Iedereen doet mee. Van publieke figuren, gezagsdragers, politici tot jeugdprofessionals en ouders. Anders wordt het helemaal niks met het debat en is het wachten op het volgende drama.

Youssef Azghari is docent bij de Academie voor Sociale Studies in Breda. Dit opiniestuk is vandaag ook gepubliceerd in Trouw.

Zie ook de eerder verschenen artikelen:

Lector Werdmölder: 'Gezeg moet terug' 13-12-2012

Opinie: 'Lector bedrijft hutspotwetenschap' 10-12-2012

Avanslector: 'Marokkaanse macho's accepteren geen autoriteit van vreemden' 07-12-2012

 

 

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?