Studentenbonden en instellingen zijn het niet eens over de rechtspositie van studenten. De bonden willen dat elke instelling een ombudsman krijgt, maar universiteiten en hogescholen houden de boot af.
Over de positie van de student is een half jaar geleden een speciale werkgroep in het leven geroepen. Naast de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) doen de Vereniging van Universiteiten (VSNU), de HBO-raad en het Ministerie van Onderwijs aan deze werkgroep mee.
De vakbonden vinden dat de de rechten van studenten tegenover hun opleiding niet voldoende worden beschermd. En dat terwijl hogescholen en universiteiten machtiger zijn geworden.
‘De VSNU en de HBO-raad vragen steeds om vertrouwen, zeggen dat de instellingen rekening houden met studenten. Maar als het er op aankomt, kiest een universiteit altijd voor zichzelf’, vindt Fransien van ter Beek (LSVb).
Voorbeelden heeft Van ter Beek genoeg: ‘We hebben niet voor niets een stage-klachtenlijn geopend. Hogescholen vragen ten koste van studenten bijdragen aan bedrijven die een stageplaats aanbieden. En dan is er ook nog de rechtzaak rond Communicatiewetenschappen. De Universiteit van Amsterdam wordt gedagvaard wegens de slechte kwaliteit van de opleiding en weigert haar verantwoordelijkheid te nemen.’
De beide studentenbonden hebben genoeg van de onwil van VSNU en HBO-raad in de landelijke werkgroep. ‘Als we er bij de volgende vergadering niet uitkomen, overwegen we uit het overleg te stappen en direct met de Tweede Kamer te gaan praten. Daar is meer draagvlak’, aldus Maudy Keulemans (ISO).
De VSNU en de HBO-raad zijn terughoudend in hun commentaar. Over de ombudsman willen beide organisaties geen uitspraken doen. ‘De besprekingen lopen nog’, aldus Duco Adema van de HBO-raad. ‘Er staat nog niets vast. Daarom verbaast het me een beetje dat de bonden nu al van alles roepen.’ (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?