De hogescholen hebben in 1996 al afgesproken dat zij geen vergoedingen van bedrijven zullen vragen voor stages of afstudeeropdrachten van studenten. In een brief van 21 februari van dit jaar heeft de HBO-raad de Colleges van Bestuur aan die afspraak herinnerd, vanwege talrijke klachten die de raad ter ore komen. De brief is verstuurd enkele weken voordat de HEAO-Breda middelpunt was van een radiouitzending van de VARA, waarin een student zijn beklag deed over de rekening van 2500 gulden die het bedrijf waar hij wilde afstuderen moest voldoen. De HEAO vraagt dat bedrag doorgaans aan bedrijven waar een student een afstudeeropdracht uitvoert. In de VARA-uitzending kwam bovendien aan het licht dat in sommige gevallen studenten zelf de 2500 hebben opgehoest om de afstudeeropdracht van hun keuze te kunnen doen. In een brochure van de International Business School van de HEAO wordt deze betalingswijze met zoveel woorden als mogelijkheid onder de aandacht gebracht. In de uitzending nam directielid Jef Bückers afstand van de optie ‘zelf betalen’, maar niet van de 2500-regel op zich.
De brief van de HBO-raad van 21 februari sluit echter het hele systeem van vergoedingen aan de hogeschool voor afstudeeropdrachten uit. Letterlijk wordt de hogescholen hun eigen afspraak van 1996 aldus voorgehouden:
‘Een stage of afstudeeropdracht door een student maakt deel uit van het onderwijsprogramma van een opleiding. Derhalve behoren de voorbereidende activiteiten, de werving van plaatsen, de selectie van deelnemende studenten en de begeleiding van de studenten tot de reguliere onderwijstakenvan de hogeschool. Deze taken worden door de overheid bekostigd. Een aparte vergoeding door het bedrijf of de instelling waar een student stage loopt of een afstudeeropdracht uitvoert, is derhalve niet op zijn plaats. Dit geldt eveneens indien een opleiding de inkomsten van bedrijven of instellingen zou willen aanwenden voor extra voorzieningen voor studenten die niet door de overheid worden bekostigd. Een vergoeding voor de uitvoering van de stage of afstudeeropdracht wordt uitsluitend aan de student gegeven.’
De HBO-raad erkent dat aan bedrijven bedragen mogen worden gevraagd voor contractactiviteiten waar ook studenten met stages of afstudeeropdrachten aan bijdragen. Maar die vergoedingen mogen alleen betrekking hebben op eigen prestaties van de hogeschool, bijvoorbeeld werk dat door medewerkers van de hogeschool voor het bedrijf is verricht of andersoortige dienstverlening als het gebruik van apparatuur.
De HBO-raad schrijft verder: ‘Wanneer de student zelf een stageplaats of afstudeeropdracht voorstelt, mag de goedkeuring daarvan niet afhankelijk zijn van een vergoeding aan de hogeschool door het bedrijf of de instelling waar de stage of afstudeeropdracht wordt uitgervoerd.’ (FG)
Punt. Of had jij nog wat?