Op 19 december verdedigde minister Hermans zich in de Tweede Kamer tegen verwijten dat hij de hbo-fraude te traag had opgepakt. ‘Ik heb toen gezegd dat ik zorg had over de situatie, en dat een onderzoek zou moeten uitwijzen of die zorg terecht was. Vandaag moet ik vaststellen dat die zorg helaas terecht was.’ Dat zei minister Hermans vanmorgen bij de presentatie van het onderzoeksrapport van zijn accountantsdienst en de maatregelen die zullen volgen.
De meest vergaande maatregel is de aangifte van strafbare feiten bij het Openbaar Ministerie, die Hermans afgelopen maandag heeft gedaan. Twee onderdelen leveren volgens Hermans in het bijzonder een verdenking van strafbare feiten op. In de eerste plaats het doorschuiven van papieren studenten van de ene hogeschool naar de andere, uitgevoerd in samenwerking met het bureau O & O uit Breda. Dat doorschuiven diende geen enkel onderwijskundig doel, maar was er uitsluitend op gericht zoveel mogelijk geld uit de rijksbijdrage binnen te halen. Een ‘listige kunstgreep’ meent Hermans, die strafbaar is volgens artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Saxion Hogescholen wordt afzonderlijk aangepakt. Daar werden inschrijfbewijzen niet door studenten zelf ingevuld en ondertekend, ontbrak een onderwijsprogramma, en waren studenten niet van hun inschrijving op de hoogte. Uiteindelijk zag de hogeschool van inschrijving af onder druk van de commotie die het accountantsonderzoek en de bijbehorende publiciteit opriepen. Hermans heeft daarom aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrifte of poging daartoe.
Andere praktijken leveren waarschijnlijk geen strafbare feiten op maar zijn volgens het rapport wel in strijd met beginselen van doelmatige besteding van middelen. Hermans gaat de bijbehorende bedragen terugvorderen. (FG)
Terug naar overzicht
Hermans: ‘Zorg bleek helaas terecht’
, 27 februari 2002
Leestijd: 2 minuten
Wat vind jij ervan?
reageer
Punt. Of had jij nog wat?