Het is droevig gesteld met de brandveiligheid van studentenhuizen. De afgelopen week is daarom onder het motto ‘geen paniek! er is nóg geen brand’ een landelijke campagne gestart.
De campagne volgt op uitkomsten van een enquête gehouden onder 689 studenten. Hieruit blijkt dat studenten meer informatie willen over brandveiligheid. Zeventig procent weet bijvoorbeeld niet hoe zij de huisbaas kunnen dwingen het pand veiliger te maken. Nog steeds voelt eenderde zich in hun kamer onveilig bij brand.
In onder meer Tilburg, Utrecht, Leiden en Delft gingen de afgelopen jaren studentenhuizen in vlammen op. Huiseigenaren troffen te weinig maatregelen, de brandweer controleerde te weinig en de student liet apparatuur te lang stand-by staan. Reden om de volgende landelijke campagne te starten.
De Haarlemse scheepsbouwstudent Arjen kreeg vorige week van de woningbouw te horen dat hij zijn fiets uit de gang moest halen. ‘Men breekt zijn nek erover. Het is dom om de fiets daar neer te zetten in verband met de brandveiligheid’, weet de student. ‘Maar hij staat wel veilig.’
Obstakels zoals fietsen, volle vuilniszakken en bierkratjes zorgen ervoor dat studenten bij brand moeilijk kunnen vluchten. ‘De rook zorgt voor een beperkt zicht’, vertelt brandveiligheidsdeskundige Peter Verschuren in de rooksimulator. ‘Door die obstakels verlies je tijd om naar buiten te komen.’ Vandaag geeft hij studenten advies over ‘wat te doen bij brand’.
Een deur waar rook onder vandaan komt, moet niet meteen worden geopend. Dan komt er te veel zuurstof bij en ontstaat een soort explosie. Verschuren zit op zijn hurken en opent langzaam de deur. De kamer is gevuld met rook. ‘Je moet laag bij de grond blijven, het slachtoffer zoeken en wegwezen. Wacht op de brandweer, want die heb je natuurlijk als eerste gebeld.’
Het brandveiligheidsonderzoek is gedaan door de stichting Students Against Fire, een afstudeerproject van tien studenten van de Haarlem School of Small Business.(MvK/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?