De opleiding Milieukunde van de Faculteit Techniek & Natuur kreeg van de Onderwijsinspectie in september 2001 een officiële waarschuwing. De inspectie constateerde op basis van het visitatierapport ‘ernstige tekortkomingen’ bij Milieukunde, dat nu deel uit maakt van de Afdeling Technologie & Management (ATM). De Onderwijsinspectie gaf vorige week pas de namen van opleidingen met een officiële waarschuwing vrij, nadat het Hoger Onderwijs Persbureau een beroep deed op de Wet Openbaarheid van Bestuur.
In het visitatierapport van mei 2001 bleef de kleine opleiding uit Breda de wind van voren. Op bijna alle beoordeelde punten scoorde Milieukunde laag. De visitatiecommissie uitte kritiek op de studiebegeleiding, de kwaliteit van de stages, de relaties met de wetenschap, het personeelsbeleid en de algehele kwaliteitszorg. Ook de zelfevaluatie bleef niet buiten schot: de docenten zouden een ’te rooskleurig beeld’ van de toestand bij hun opleiding hebben.
Een pluspunt was dat de opleiding als enige een behoorlijke selectie en verwijzing in de propedeuse kent. Ook de kwaliteit van de toetsen in Breda was de visitatiecommissie meegevallen. Dat was volgens de commissie echter louter toeval. Ze kon op dit punt namelijk geen ‘beleid’ ontdekken.
De opleiding reageerde op 5 oktober op de gele kaart met een brief aan de Onderwijsinspectie. Daarin wordt aangegeven hoe de opleiding, met name door de overgang naar competentiegericht onderwijs, de gesignaleerde problemen wil aanpakken.
In november 2001 bracht de Onderwijsinspectie een bezoek aan Milieukunde om te evalueren wat de opleiding aan veranderingen had doorgevoerd of nog wilde doorvoeren. De inspectie had gesprekken met directeur Carel Geenen, opleidingshoofd Ido Verduin, de toenmalige propedeusecoördinator, de coördinator kwaliteitszorg en een onderwijskundig medewerker. Op basis van dat bezoek stelde de inspectie een rapport op met daarin haar definitieve bevindingen.
‘De inspectie heeft kennis genomen van het verbetertraject dat de opleiding voor ogen staat met betrekking tot deze ernstige tekortkomingen. Op basis hiervan stelt de inspectie vast dat de maatregelen en de voornemens van de opleiding gericht zijn op de verbetering van de inhoud en de kwaliteit van het onderwijsproces.’ (RL)
Punt. Of had jij nog wat?