De studenteninstroom in het kunstonderwijs moet beter gaan sporen met de arbeidsmarktperspectieven voor artistieke vakken. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Nijs aan de Tweede Kamer.
Nijs stuurt aan op onmiddellijke verlaging van de instroomlimieten bij artistieke studies die studenten een matige garantie op een baan bieden. De opleiding muziek wordt gemiddeld twintig procent gekort en beeldende kunst moet eentiende van zijn instroom inleveren.
Voor leraren in de kunstvakken zijn de vooruitzichten juist prima. Daarom moeten de limieten voor de docentenopleidingen muziek het lopende collegejaar vervallen. Aan het begin van studiejaar 2003/2004 sneuvelt bovendien de fixus voor de opleiding vormgeving.
Vooralsnog ziet het er naar uit dat de opleidingen voor de eventuele extra instroom een financiële tegemoetkoming krijgen. Nijs wil het bedrag per student ‘in beginsel’ niet aanpassen. Eerder vreesden de HBO-raad en een aantal conservatoria nog dat ze zonder geldelijke compensatie meer studenten zouden moeten opleiden. Dat zou ‘desastreus’ zijn voor het kunstvakonderwijs.
Ondanks die waarschuwing is het laatste woord over de bekostiging van het kunstonderwijs nog niet gesproken. Nijs ziet niet in waarom bijvoorbeeld een conservatoriumleerling meer zou moeten kosten dan een economie- of rechtenstudent, zo zei ze onlangs in de Tweede Kamer. Een door de staatssecretaris in te stellen commissie bekostiging hoger onderwijs krijgt daarom het verzoek om ook het kunstonderwijs mee te nemen. Begin 2003 moet het advies klaar zijn. (PH/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?