Alle Fontyshogescholen moeten aan de eisen van het ‘Fontyslabel’ gaan voldoen, dat garant staat voor onderwijskwaliteit. Dat schrijft de Raad van Bestuur van de op een na grootste hbo-cluster van Nederland in zijn strategisch notitie ‘Idealisme in learning communities’.
De notitie, die dinsdag door bestuursvoorzitter Norbert Verbraak werd gepresenteert, geeft de koers aan voor de komende drie jaar. Een belangrijke plaats is in het plan gegeven aan het thema kwaliteitsbevordering. De kwaliteit van veel Fontys-opleidingen is de laatste jaren zwaar onder druk komen te staan blijkens externe metingen als visitaties en Keuzegids Hoger Onderwijs. Fontys Tilburg eindigde in de laatste Keuzegids zelfs als laagst gewaardeerde op een lijst van 36 onderzochte hogescholen.
De eisen waaraan hogescholen met het Fontyslabel volgens de strategische notitie moeten voldoen hebben betrekking op zeven aspecten: kwaliteitszorg, studieresultaten, marketing, ontwikkeling, personeel, financiën en samenwerking. Per aspect worden die eisen uitgewerkt. ‘Kwaliteit’ houdt bijvoorbeeld in, dat een Fontysinstelling niet tot de laagst geklasseerde 25 procent in de Keuzegids mag behoren. Bovendien moeten medewerkers niet alleen onderwijs verzorgen maar ook deelnemen aan toepassingsgericht onderzoek en hierover publiceren. Studieresultaten kunnen pas door de beugel als de studieduur en het studierendement tenminste het landelijk gemiddelde evenaren. En de marketingdoelstelling schrijft voor dat via werving van nieuwe studenten het marktaandeel in ieder geval niet kleiner wordt.
De afzonderlijke instituten zijn verantwoordelijk voor de realisering van deze doelstellingen. Zij moeten hun nek uitsteken om resultaat te boeken: ‘Een instituut dat het onderwijsproduct accentueert, heeft het lef om gedurfde vernieuwingen door te voeren, maar ook om opleidingen te sluiten die niet voldoen.’
In de strategische notitie wordt ook ingegaan op de positie van Fontys in de regio. De hbo-gigant is niet langer uit op overnames van andere hogescholen: ‘Schaalvergroting door fusies streeft zij niet actief na, wel staat zij open voor kansen die passen in de strategische visie.’ Welke die kansen zijn wordt niet concreet uitgewerkt. Wel wordt verwezen naar ‘toenemende concurrentie’ van de ‘buren’: de zuidelijke hogescholen en universiteiten. Daar wordt bij vermeld: ‘Vanzelfsprekend ontstaan met sommige van deze instellingen verschillende vormen van samenwerking, waardoor zij ook partners en coproducenten worden. Fontys staat open voor samenwerking met interessante partners.’ (FG)
Punt. Of had jij nog wat?