De beoogde kleinere onderwijsunits van circa duizend studenten, aangeduid met de Engelse term ‘schools’, zullen voorlopig de faculteiten en academies niet verdringen, maar daarbinnen worden ontwikkeld. Dat staat in de tweede versie van het concept meerjarenbeleidsplan 2003-2006 van de Stichting Brabantse Hogescholen.
Het plan is vrijdag aangeboden aan de Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad. Een eerste versie is niet gepubliceerd maar circuleerde onder een groep medewerkers die door de Raad van Bestuur was gevraagd op persoonlijke titel commentaar te geven. In die tekst waren de faculteiten en academies verdwenen. Bij sommige directeuren van academies en faculteiten rezen tegen die benadering forse bezwaren.
Nu kiest de Raad van Bestuur voor een ‘groeipadoplossing’. Wat de precieze plaats van de ‘schools’ in de organisatie moet worden blijft nog in het midden. Dat moet op den duur duidelijk worden ‘op basis van voortschrijdend inzicht en discussies’. Voorlopig wordt de bestaande structuur gehandhaafd. ‘Dit betekent dus dat binnen de huidige academies en faculteiten de bestaande ontwikkeling richting clustering (“school”vorming) wordt voortgezet.’
Wel worden alvast drie opties genoemd. De eerste gaat uit van twintig afzonderlijke schools en één masterinstituut. In een tweede variant worden voorlopig meerdere samenhangende schools samengevoegd in een domein dat als eenheid wordt gecoördineerd. In de derde oplossing komen er domeindirecteuren onder de Raad van Bestuur die elk meerdere directies van schools aansturen.
Naast de inrichting van de relatief kleinschalige ‘schools’ wil men een Leer- en Innovatiecentrum (LIC) instellen met een vestiging in elke locatie. Het LIC gaat de schools en het masterinstituut ondersteunen in deskundigheidsbevordering van medewerkers, ontwikkeling van leermateriaal en het verzorgen van ‘product/marktcombinaties’. Maar tegelijk is het ‘een ruimtelijke omgeving waarin al het leren op een goede manier kan plaatsvinden’.
De ondersteunende voorzieningen worden in twee centrale diensten samengebracht: één voor de interne bedrijfsvoering en één voor de facilitering van studenten. De contractactiviteiten blijven zoals nu in twee aparte instituten ondergebracht.
Niet alleen in de inrichting van de organisatie, maar ook in verandering van cultuur zoekt de Raad van Bestuur oplossingen. In de nieuwe cultuur moeten ‘samenwerking, expertiseontwikkeling en leren van elkaar’ centraal komen te staan. Daarvoor is een andere visie op leren nodig met meer aandacht voor flexibel en vraaggestuurd onderwijs, competentiegerichte leerwegen en permanente vernieuwing. De leiderschapsstijl die daarbij hoort wordt gekenmerkt door ‘zichtbaar en betrokken management’: ‘Het management is in staat kritiek te geven maar is ook bereid kritiek te ontvangen en is in staat daar gevolg aan te geven.’
De veranderingen zijn volgens de Raad van Bestuur nodig omdat de Stichting Brabantse Hogescholen in de huidige opzet onvoldoende zal kunnen inspelen op de maatschappelijke ontwikkelingen en overheidsmaatregelen. Het bestuur heeft daartoe de twee hogescholen de maat genomen aan de hand van sterkte/zwakte-analyses. Conclusie: de kwaliteit van het gebodene is goed, maar vernieuwingsporcessen gaan te traag gezien de toenemende diversiteit van toekomstige studentengroepen, en de er wordt laag gescoord in samenwerking en efficiënte bedrijfsvoering. Bovendien dreigen financiële problemen als het roer niet wordt omgegooid. (FG)
Punt. Of had jij nog wat?