‘Het OC&W-rapport van vrijdag de dertiende is niet de moeite waard en verdient niet te veel aandacht’, schampert Harry Koopman in een reactie op de maatregelen die staatssecretaris Nijs tegen 22 hogescholen heeft aangekondigd. Zij moeten geld terugbetalen omdat ze zich bij het inschrijven van studenten niet aan de wet zouden hebben gehouden. Koopman vindt dat opnieuw blijkt hoe onduidelijk de regelgeving is.
‘Het huidige rapport is gebaseerd op een eigen interpretatie van het ministerie van zijn eigen wet- en regelgeving, die verre van eenduidig is.’
De voorzitter wijst erop dat in het rapport zelf wordt aangegeven dat slechts 1 procent van de hbo-bekostiging in het geding is. ‘Dit betekent naar mijn opvatting dat dus 99 procent van het hbo-budget gebruikt wordt, zonder dat daar ook maar één suggestie van verkeerd gebruik aan de orde is. Het gaat dus om die 1 procent waarvan volgens de interpretatie van het ministerie discutabele situaties ontstaan zijn. Maar dat is slechts een opvatting van degene die zelf voor slechte regelgeving heeft gezorgd. Kortom, het is maar helemaal de vraag of eventueel laakbare situaties verwijtbaar zijn aan de hogescholen en niet aan het ministerie zelf.’
Koopman vindt het ook frappant dat maar liefst 22 van de 48 hogescholen worden aangesproken. Volgens hem is ook dat een aanwijzing voor het gebrek aan helderheid van regels.
‘We weten allemaal dat regelgeving en wetgeving permanent achter lopen bij de ontwikkelingen in de werkelijkheid. Zo ook bij studenten en studentbehoeften aan opleidingswegen en patronen. Die is al jaren heel wat diverser en ingewikkelder dan de regels voor bekostiging. En daarom veranderen de inzichten. Wat in algemeen maatschappelijk opzicht een wenselijke ontwikkeling is en een fantastische innovatie, kan tegen een bepaalde manier van interpretatie van regels zijn. Neem het begrip lesplaats of nevenvestiging. Hoe werkt dat bij afstandsonderwijs via ICT? Of moet de student verplicht worden, dat – ondanks afstandsonderwijs – hij of zij toch vele uren per week in de reguliere schoolgebouwen moet zijn, alleen vanwege de bekostiging? Onzin toch?’
In de ogen van Koopman brengt het huidige OC&W-rapport aan het licht dat de regels verouderd zijn en dat de kritiek op tal van praktijksituaties ‘in termen van budgetomvang’ nergens over gaat: ‘Hogescholen kunnen hun aandacht maar beter aan andere dossiers besteden. Laat het ministerie de eigen regelgeving maar eens aanpassen aan de eigentijdse werkelijkheid en voor interpretatie eenduidig helder maken. Net als de hogescholen is de bestaansgrond van het ministerie OC&W uiteindelijk gelegen in een maatschappelijke dienstbaarheid aan de maatschappij. En niet omgekeerd.’ (FG)
Punt. Of had jij nog wat?