Terug naar overzicht

Lof voor Bossche en Bredase CE-opleiding

De visitatiecommissie oordeelt positief over zowel de Bossche als de Bredase Commerciële Economie-opleiding. Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport.
De Bossche CE-opleiding heeft sinds de visitatie van 1995 een bewonderenswaardige ontwikkeling doorgemaakt, zo oordeelt de visitatiecommissie Commerciële Economie in het rapport. Achterstand is omgezet in voorsprong. De opleiding scoort als enige voor alle 24 ijkpunten een voldoende. De commissie is met name positief over de eindkwalificaties van de opleiding, die vervat zijn in competenties en een ‘uitstekende basis’ vormen voor een eigentijds curriculum.
Ook de Bredase CE-opleiding krijgt lof van de visitatiecommissie. Er is vooral waardering voor de onderwijsuitvoering en de onderwijsvernieuwing. Toch wordt er ook kritiek gegeven. In het personeelsbeleid ziet met ‘aardige ontwikkelingen’, maar een integrale beleidsaanpak’ wordt gemist. Iets soortgelijks is met kwaliteitszorg aan de hand. ‘Er worden wel onderzoeken gedaan en enquêtes afgenomen, maar de paraplu ontbreekt’, meent de commissie.
Door de bank genomen is de visitatiecommissie zeer ingenomen met de door de landelijke CE-opleidingen geboden kwaliteit. Alle opleidingen hebben hun curricula de afgelopen jaren behoorlijk vertimmerd. Vakmatige ordening heeft plaats gemaakt voor competentie-, project- en themagericht leren. Dit tot genoegen van de keurmeesters.
In de strijd tegen het ‘versnipperd leren’ – studenten doen dan binnen hun projectgroep slechts een onderdeel van hun werk en meer niet – zetten opleidingen twee wapens in. Het eerste is dat studenten elkaars bijdrage aan het groepswerk beoordelen, het tweede is een extra individuele opdracht die de lading van een volledige module dekt.
Minder te spreken is de commissie over de uitval van studenten in het propedeusejaar. Velen vallen in het eerste jaar buiten de boot, en dan vaak nog aan de late kant. En aan de druk kan dat volgens de keurmeesters niet liggen, die is met een gemiddelde van dertig uur per week zelfs aan de lage kant. Daarom ziet de commissie meer in intakegesprekken of – met het oog op de verbredingsdiscussie – meer mogelijkheden van doorstroming naar andere opleidingen.
De internationalisering van de CE-opleidingen rammelt nogal. In veel curricula is dit aspect nauwelijks aanwezig en ook internationale stages komen maar zelden voor.
Ook het contact met ‘de praktijk’ kan beter. De keurmeesters missen bij veel CE-opleidingen enige systematiek. De expertise van het beroepenveld wordt niet altijd even goed benut en de keuze van de externe contacten moeten beter worden onderbouwd. (TdO/HOP, FG, GR)

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?