De reorganisatie van de Stichting Brabantse Hogescholen moet in 2004 zijn afgerond. Rond 1 januari van dat jaar moeten de ondersteunende diensten nieuwe stijl functioneren; een half jaar later, bij de opening van het studiejaar 2004-2005, wil men van start gaan met de ‘Schools’, de nieuwe organisatorische eenheden waarin het onderwijs plaatsvindt. Die plannen heeft de Raad van Bestuur bekend gemaakt.
De afgelopen weken heeft het bestuur het ‘meerjarenbeleidsplan’, waarin voorstellen voor de reorganisatie staan beschreven, in bijeenkomsten met de medewerkers besproken. Aansluitend op die bijeenkomsten heeft de projectgroep Meningsvorming, Overleg en Besluitvorming (MOB), die de discussies heeft georganiseerd, deze week een infobulletin ‘Brabantse Vergezichten’ uitgebracht. Daarin zijn vragen, antwoorden en aandachtspunten voor de Raad van Bestuur uit de discussierondes samengevat.
Duidelijk is, dat de het onderwijs georganiseerd gaat worden in een masterinstituut en twintig ‘Schools’, verspreid over de locaties van de beide hogescholen. Een centrale ondersteunende rol in het onderwijs is toebedacht aan het ‘Leer- en Innovatiecentrum’ (LIC), dat zich vooral bezig houdt met het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs. Onderwijskundigen en didactische specialisten voeren die taken uit. Daarnaast is het een ruimtelijke voorziening waar studenten terecht kunnen om onderwijs te krijgen, informatie op te zoeken en te studeren. Ook medewerkers kunnen er terecht om informatie te brengen en te halen. Maar de ‘Schools’ en de docenten blijven verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de curricula.
De overige ondersteunende functies aan de twee hogescholen, die nu verspreid in verschillende diensten en binnen faculteiten en academies zijn georganiseerd, worden ondergebracht in twee centrale diensten: één voor de interne bedrijfsvoering (administratie planning en control, personeelsdienst en communicatie) en één voor de ‘klanten’ (facilitaire dienst, ICT-diensten en studentenzaken).
De Raad van Bestuur reorganiseert mee. De omvang wordt teruggebracht van vijf naar drie personen. De ondersteuning van het bestuur omvat beleidsevaluatie en control, bestuurssecretariaat en een staf voor beleidsontwikkeling.
In het meerjarenbeleidsplan was nog niet duidelijk uitgewerkt hoe de ‘Schools’ zullen worden aangestuurd. Uit drie modellen is nu een tussenvorm gekozen. Daarin bestaat geen laag tussen de Raad van Bestuur en de Schools, maar wel worden projectmanagers (‘focusmanagers’) ingezet om aan de samenwerking tussen Schools op bepaalde gebieden tijdelijk leiding te geven.
Begin januari hakt de Raad van Bestuur de laatste knopen door. Zo zal er een overzicht van deelprojecten worden vastgesteld, de samenhang daartussen, het tijdpad en de benodigde menskracht. Het plan wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad van Toezicht en aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Daarna begint de implementatie. In januari/februari verschijnt een volgend infobulletin en zijn nieuwe voorlichtingsbijeenkomsten voorzien. (FG)
Terug naar overzicht
Voltooiing reorganisatie in 2004
, 20 december 2002
Leestijd: 3 minuten
Wat vind jij ervan?
reageer
Punt. Of had jij nog wat?