Als de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad volgende week instemt met het meerjarenbeleidsplan, geeft deze zijn bevoegdheid tot advies- en instemming op deelprojecten niet weg. ‘Alle afzonderlijke onderwerpen waar volgens het huidige medezeggenschapsreglement advies- en instemmingsbevoegdheden bij horen, komen hier terug op tafel’, verzekerde bestuursvoorzitter Harry Koopman.
Voor het eerst in zijn bestaan moest de GMR stoelen bijslepen voor de publieke tribune. Tientallen belangstellenden waren toegestroomd voor de discussie tussen de Raad van Bestuur en GMR. Blijkbaar hadden de hoorzittingen, die beide organen in de afgelopen weken hadden georganiseerd, de nieuwsgierigheid bij de achterban gewekt.
Het idee voor een grootscheepse verandering in de organisatie werd door diverse leden van de GMR omarmd. ‘Maar waar zeggen we ja tegen?’ vroeg men zich af. Als de GMR het meerjarenbeleidsplan, dat op veel punten nog vaag werd gevonden, zou accepteren, kan men dan in een later stadium concrete uitwerkingen nog afwijzen? Koopman stelde de aanwezigen gerust. Een ja is geen handtekening onder een blanco cheque. Alle ingrepen, of het nu personeelsbeleid, de indeling in ‘schools’, de nieuwe ondersteuningsorganisatie, of de financiële consequenties betreft, worden in projectgroepen uitgewerkt. Vervolgens worden besluiten geformuleerd, die zo afhankelijk van de geldende bevoegdheden aan de GMR zullen worden voorgelegd.
Een deel van de vragen kon door deze belofte doorverwezen worden naar een volgende fase. Bijvoorbeeld de vraag naar de afweging bij het indelen van de organisatie in ‘schools’. De belangrijkste citeria zijn bekend: een omvang van maximaal ongeveer 1500 studenten en inhoudelijke verwantschap van de opleidingen die in een ‘school’ worden samengebracht. Maar wat te doen met een indeling over verschillende locaties of met goede reputaties van bestaande faculteiten en academies? Frans van Kalmthout, lid van de Raad van Bestuur, verklaarde dat daar pragmatisch naar zal worden gekeken. In verschillende situaties kunnen keuzes dus op een verschillende manier worden gemaakt, maar ‘de overeenkomsten zullen groter zijn dan de verschillen’. Op het uiteindelijke ‘plaatje’ zal aan de GMR instemming worden gevraagd. Voor het eind van deze maand zal de Raad van Bestuur zijn indeling afronden.
De medezeggenschapsraad toonde zich opgetogen over de toezegging dat meer inspraak volgt. Toch bleef men op grotere duidelijkheid aandringen, met name met betrekking tot vragen die veelvuldig op de werkvloer worden gehoord.
GMR-lid Jan Berend van der Dijk vroeg de Raad van Bestuur het enthousiasme dat bij het management leeft over het idee van een Leer- en Innovatiecentrum (LIC) op de drie hoofdlocaties te vertalen voor de werkvloer. ‘Veel collega’s weten niet wat ze zich er bij moeten voorstellen. Hoe kunnen zij daar dan ja tegen zeggen?’
GMR-lid Peer Trepels maakte zich woordvoerder van diegenen in de achterban die bezorgd zijn om gedwongen overplaatsingen: ‘Dat kan voor sommige medewerkers, die alles maar net kunnen combineren met hun huishoudelijke verplichtingen, zoals kinderen halen en brengen van de crêche, grote problemen opleveren.’ Bestuurslid Jos Ossewaarde wees er echter op, dat ook nu al overplaatsingen mogelijk zijn. Hij zag dat liever als het geven van de kans aan medewerkers om op een andere locatie verder te werken, die mogelijk is geworden sinds de twee hogescholen in één stichting zijn ondergebracht. ‘Diverse medewerkers maken van die mogelijkheid al gebruik. Vroeger zou men misschien in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen.’ Praktische problemen die werknemers bij overplaatsing kunnen ondervinden worden serieus genomen, beloofde Ossewaarde:’In de uitwerking zul je dan natuurlijk als grote mensen met elkaar kijken hoe je dat kunt oplossen.’
Vanmiddag vindt in de Orangerie in Den Bosch een ‘kick-off’-bijeenkomst plaats voor het management en de projectleiders, die inmiddels zijn aangesteld. (FG)
Punt. Of had jij nog wat?