Steeds meer personeelsleden in het HBO lopen tegen het maximum van hun salarisschaal op. In 1997 zat 43,3 procent aan het maximum van zijn schaal. In 2001 was dat al ruim 50,3 procent.
Dat blijkt uit de Hogescholen Management Informatie, die de HBO-raad onlangs heeft gepubliceerd. De rek is er vooral uit bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Hogeschool Inholland Alkmaar. Bij beide instellingen heeft niet minder dan 58 procent van het personeel het maximum in zijn functie bereikt.
Het HBO heeft te maken met een grote grijze golf. Liefst 37 procent van het totale bestand is vijftigplusser, terwijl dat aandeel vijf jaar geleden nog 31 procent was. Die groei komt grotendeels voor rekening van vrouwen.
In totaal werkten er volgens de HBO-raad vorig jaar 31993 mensen in het hbo (voltijd en deeltijd). Dat is 2732 meer dan in 1997. De groep werknemers tussen de vijftig en zestig groeide ongeveer even hard.
De lagere leeftijdscategorieën blijven daar ver bij achter. De hogescholen haalden sinds 1997 per saldo 350 meer twintigers binnen, maar het aantal dertigers ligt weer bijna tweehonderd lager. Bijgevolg is de gemiddelde docent, in 1997 op de kop af 44 jaar, inmiddels ongeveer een half jaar ouder.
De vergrijzing komt vooral voor rekening van vrouwen, waarvan het aantal vijftigplussers met drieduizend steeg. Daarmee vormen ze nu al bijna een derde (32,7 procent) van de groep boven de vijftig. Vijf jaar geleden was dat nog ruim een kwart (27,2 procent). Het lijkt erop dat de hogescholen verder zullen ‘ontmannen’. Bij het personeel onder de veertig zijn de vrouwen met 61 procent van ruimschoots in de meerderheid. (PH/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?