Na 2003 zou er niet meer moeten worden bezuinigd op het hoger onderwijs. Dat zegt demissionair staatssecretaris Nijs (Onderwijs) in haar reactie op een inventarisatie van de gevolgen van de huidige bezuinigingen door studentenbond LSVb.
Tijdens een periodiek overleg met de studentenvakbonden, vanochtend in Zoetermeer, schotelde de Landelijke Studentenvakbond Nijs een opsomming voor van bezuinigingen aan hogescholen en universiteiten. Volgens de bond bewijst de inventarisatie dat de ‘efficiency-korting’ van de staatssecretaris ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.
Nijs had geweigerd de bezuinigingen voor het overleg op de agenda te zetten, maar de LSVb zette haar voor het blok door ter plekke met de resultaten van het onderzoek te komen.
Het kabinet heeft altijd volgehouden dat de bezuinigingen over 2003 geen gevolgen voor de studenten zouden hebben: de instellingen mochten zelf bepalen waar ze het geld vandaan halen, maar zouden vooral ‘overtollig vet’ uit de bureaucratie moeten wegsnijden.
Volgens de LSVb is daarvan geen sprake: zo bezuinigt de Universiteit van Amsterdam op studentenfaciliteiten als computervoorzieningen en op de invoering van het bachelor-masterstelsel. In Leiden werden twee complete vakgroepen opgeheven: die van professor Berkhoudt, die twee maanden eerder de Leidse Onderwijsprijs won, en Caucasian Languages, dat nu nog maar op twee plaatsen ter wereld wordt onderwezen.
Bijna alle onderzochte hogescholen en universiteiten bezuinigen op personeel, waardoor docenten minder tijd voor hun studenten hebben. In totaal gaan honderden banen verloren.
Nijs wees vanochtend alle verantwoordelijkheid voor de gevolgen af. ‘Het hoger onderwijs moet zelf bepalen waarop bezuinigd wordt. De instellingen hebben autonomie, en daar ga ik mij niet mee bemoeien.’ Volgens Nijs is het aan de onderwijsinspectie om in te grijpen als de kwaliteit van het onderwijs onder de ingrepen lijdt.
De staatssecretaris wilde dan ook niet op de korting terugkomen. Wel waarschuwde ze het volgende kabinet dat er ‘niet eeuwig gekort kan worden. Je moet je afvragen of we na 2003 meer moeten bezuinigen. Ik ben daar persoonlijk geen voorstander van.’ Nijs houdt zich daarmee aan een oude traditie onder scheidende onderwijsbewindslieden. Haar voorgangers Ritzen en Hermans lieten zich aan het einde van hun ambtstermijnen in vergelijkbare woorden uit. (WvD/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?