Scholieren moeten meer ruimte krijgen om hun talenten te ontplooien. Alleen dat kan hen stimuleren om door te leren. Dat zegt de akademie van wetenschappen (KNAW) in een advies aan het kabinet.
Volgens de academie moet er een einde gemaakt worden aan de ‘leerfabriek’ in het voortgezet onderwijs. Het studieprogramma ligt in details vast en dwingt leerlingen en leraren in een keurslijf. De studielast is hoog en de examens overheersen. ‘Scholieren zijn geraffineerde toetsenmakers geworden.’
De leerlingen krijgen zo te weinig ruimte om hun talenten en interesses te ontplooien. Voor verbreding en verdieping, de toverwoorden van het bachelor-masterstelsel, is geen plaats.
De KNAW wil de nadruk op het centraal schriftelijk eindexamen verkleinen. Het moet straks alleen gaan om ‘kernconcepten’ en ‘kernvaardigheden’, zoals woordenschat of tekstbegrip bij een vreemde taal. Praktische contexten, zoals boodschappen doen of een krant lezen, worden voortaan in schoolexamens getoetst. Die kunnen dan snel worden aangepast aan de actualiteit en beter aansluiten op talenten van leerlingen.
Ook voor docenten levert deze aanpassing voordelen op. Ze krijgen volgens de academie meer ruimte voor eigen invulling van hun vak. Dat voorkomt dat ze zich ‘louter lesboeren’ voelen, zoals nu vaak het geval is.
Over de verlichting van het studiehuis heeft de academie een ander standpunt dan minister Van der Hoeven. Als er in een exact profiel gesneden wordt, kan dat door de tweede vreemde taal facultatief te maken. De kern van de exacte vakken moet overeind blijven.
Wiskunde hoort zelfs in elk profiel in een of andere vorm thuis. ‘Logisch redeneren en abstractievermogen zijn niet alleen noodzaak voor wie doorgaat in de wetenschap, maar behoren tot de bagage van elke ontwikkelde burger in onze hedendaagse kennismaatschappij.’ (WvD/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?