Hoezo opening van het hogeschooljaar? Als het goed is, valt er niets te openen. Want een bedrijvige hogeschool gaat nooit dicht.
Die boodschap verkondigde voorzitter Frans Leijnse van de HBO raad in zijn openingsrede, die hij ondanks zichzelf uitsprak aan de Hogeschool Zuyd in Heerlen. Hij schetste een noodzakelijke ontwikkeling voor de hogescholen van kennisfabrieken naar kennisondernemingen met een veelheid van functies, waaronder hoger onderwijs. ‘In zo’n onderneming is het niet goed denkbaar dat het personeel collectief acht weken op vakantie gaat in de zomer. De klanten zouden er niets van begrijpen.’
Die ontwikkeling naar ‘een nieuwe professionaliteit’ is volgens Leijnse een economische noodzaak. Er is in Nederland voldoende hoogwaardige kennis, maar er komt te weinig van terecht bij het midden en kleinbedrijf. En dat terwijl het mkb ‘de plek is waar de meeste nieuwe toepassingen worden ontwikkeld, een broedplaats voor praktische innovatie’, aldus de de HBO voorman. Helaas gaat dat op voor slechts zeven procent van de kleine en middelgrote bedrijven. Dat is te weinig, vindt hij, waardoor het innovatievermogen in de hele economie achterblijft.
Leijnse deed twee concrete oproepen aan het kabinet. Hij pleitte opnieuw voor een verdere uitbreiding van het aantal lectoren en kenniskringen aan de hogescholen. En hij hoopt op honorering van de aanvraag om op tien plaatsen in het land kennisnetwerken te bouwen. Daarin kunnen de contacten tussen hogescholen en het midden en kleinbedrijf systematischer vorm krijgen. (OvB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?