Het metalen bord met het blauwe logo van de Juridische Hogeschool Tilburg – Den Bosch siert sinds donderdag 6 november de gevel van het gebouw aan de Tilburgse St. Josephstraat 106. Vrijdagochtend 7 november zijn de stichtingspapieren getekend. Het is de officiële oprichting van de Juridische Hogeschool als zelfstandige organisatie.
Sinds de start van het instituut begin dit schooljaar opereerde het onder de vleugels van de oprichters, de Stichting Brabantse Hogescholen (straks Avans Hogeschool) en Fontys Hogescholen. Nu heeft de Juridische Hogeschool een eigen rechtspersoon met een eigen stichtingsbestuur. Dat bestaat uit Frans van Kalmthout en Jos Ossewaarde (van de Raad van Bestuur van de Stichting Brabantse Hogescholen) en Norbert Verbraak en René van Elderen (voorzitter en bestuurslid van de Raad van Bestuur van Fontys). De voorzitter is René Ficq, oud procureur-generaal en tegenwoordig raadsheer bij het Gerechtshof in ‘s-Hertogenbosch.
‘Beperkt zelfstandig’ noemt directeur Gerard Hupperetz de positie van de Juridische Hogeschool. Het bestuur bestaat grotendeels uit bestuursleden van de participerende hogescholen, die ook de licenties voor de opleidingen Hbo-Rechten in Den Bosch en Tilburg in handen hebben. De instelling is gehuisvest in een gebouw van de Fontys en maakt gebruik van de computernetwerken van de ‘moeders’. Het beschikt niet over een uitgebreid apparaat van ondersteunende diensten. Er is een onderwijsbureau en directiesecretariaat gevestigd, maar andere noodzakelijke diensten worden ingehuurd van de betrokken hogescholen.
De medewerkers zijn nu nog in dienst van een van de hogescholen en gedetacheerd bij de Juridische Hogeschool. Het is de bedoeling dat zij met ingang van 1 januari 2004 in dienst van de Juridische Hogeschool komen. ‘Dat geldt in principe voor alle personeelsleden die hier werken’, stelt Hupperetz. Maar het blijft mogelijk dat personeelsleden van de drie hogescholen gedetacheerd worden bij het instituut.
Studenten zullen van de verzelfstandiging van de Juridische Hogeschool weinig tot niets merken, weet Hupperetz. Zij hebben hun eerste en tweede inschrijving afhankelijk van de lesplaats bij de Avans Hogeschool en Fontys. Zij kunnen gebruik maken van de faciliteiten van beide instellingen, zoals computervoorzieningen. Verder kunnen zij overstappen van de Tilburgse naar de Bossche opleiding en andersom.
De kosten en de baten van de Juridische Hogeschool worden op fifty-fyfty basis verdeeld over de Brabantse Hogescholen en Fontys. Hupperetz: ‘We zorgen ervoor dat er evenveel studenten bij Fontys en Avans Hogeschool ingeschreven zijn. We zijn daar open over. Alle correspondentie is naar het ministerie en de accountant gegaan.’ (GR)
Punt. Of had jij nog wat?