Zaterdag heeft de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) per brief aan de Raad van Bestuur laten weten ‘vooralsnog niet in te stemmen’ met vier deelplannen van de voorgenomen organisatieverandering. Die formulering staat de invoering van de nieuwe organisatiestructuur op 1 januari niet in de weg.
Zoals in de berichtgeving van vorige week vrijdag op deze site is gemeld, dreigde een afwijzing door de GMR van de vier deelplannen de overgang naar de nieuwe organisatie na de kerstvakantie onmogelijk te maken. Crisisberaad tussen de Raad van Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de GMR leidde uiteindelijk tot de gekozen formulering, die het bestuur niet als een ‘nee’ uitlegt, maar als het nog niet nemen van een instemmingsbesluit. Een blokkade van de invoering op 1 januari is daarmee van de baan. De nieuwe organisatiestructuur gaat nu in zonder instemmingsbesluit van de GMR.
In de brief van afgelopen zaterdag legt de GMR uit waarom men een blokkade wil vermijden: ‘De GMR voelt de verantwoordelijkheid die hij heeft met betrekking tot de besluitvorming en vooral de gevolgen voor de ondersteunende diensten, maar kan juist op grond daarvan nog niet positief oordelen over de voorliggende documenten. De Raad van Bestuur heeft vrijdag 19 december jl. aan het DB van de GMR duidelijke gemaakt dat het absoluut onaanvaardbaar zou zijn de invoering van de reorganisatie van de ondersteunende diensten enige tijd op te schuiven. De GMR kan niet beoordelen of de inschatting van de Raad van Bestuur over de gevolgen van een dergelijk uitstel gerechtvaardigd is of niet. Dit betekent dat het gevaar denkbaar is, dat bij uitstel door categorische afwijzing van de voorgestelde plannen per 1 januari 2004 inderdaad onverantwoorde onduidelijkheid of zelfs inbreuk op door de Raad van Bestuur met grote delen van het personeel gemaakte afspraken zou ontstaan. Die verantwoordelijkhied kan de GMR niet op zich nemen, ook al is de GMR niet verantwoordelijk voor de ontstane situatie. De GMR beseft terdege dat de Raad van Bestuur een andere verantwoordleijkheid heeft dan de GMR en de GMR verwacht dan ook dat de Raad van Bestuur conform handelt.’
In de brief spreekt de GMR opnieuw steun uit voor ‘de uitgangspunten en visie’ van het meerjarenbeleidsplan, het kader van de hele operatie. De instemming daarmee werd al in juni afgegeven. Dat men zich afgelopen dinsdag tegen de vier omstreden deelplannen heeft uitgesproken is omdat die te licht werden bevonden. In de brief wordt toegelicht: ‘Overweging daarbij was dat de documenten niet beantwoorden aan de eerder gemaakte kwaliteitsafspraken met de Raad van Bestuur in het kader van het instemmen met het meerjarenbeleidsplan.’
De medezeggenschapsraad mist in de plannen een ‘voldoende onderbouwde visie (…) met betrekking tot de toekomst van de beoogde Avans Hogeschool’. Met name de notitie over het Leer- & Innovatiecentrum (LIC) ‘wordt niet als compleet en evenwichtig ervaren’ en het document over de ondersteunende diensten beantwoordt al helemaal niet aan de verwachtingen: ‘De GMR verwacht een visie van de Raad van Bestuur aangaande centrale en decentrale aansturing van (ondersteunende) diensten. Bij het besluitvormingsdocument Ondersteunende Diensten mist de GMR tevens een financiële paragraaf waarin aangeduid wordt waar en hoe efficiëntiebezuinigingen behaald worden.’ De Raad van Bestuur heeft de ondersteunende diensten een bezuinging van 20 procent in vier jaar opgelegd.
De brief somt nog enkele kritiekpunten op. Zo is men niet tevreden over de wijze waarop de naamgeving van de academies tot stand is gekomen. Sommige namen vindt de GMR ‘discutabel’, andere zelfs ‘volstrekt onjuist’. Dat had voorkomen kunnen worden door in de academies en faculteiten meer inspraak te geven, aldus de brief, die erop aandringt via een inhaalslag die fout te herstellen. Ook zouden faculteitsmedezeggenschapsraden, academieraden en dienstenraden betrokken moeten worden bij de benoeming van de nieuwe leidinggevenden. De afgelop
Punt. Of had jij nog wat?