Ankie Verlaan, lid van het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), neemt afstand van de artikelen in NRC Handelsblad vorige week dinsdag over het gebruik van hoofddoekjes in het hbo. In de krant werd Verlaan als prominente bron opgevoerd onder de kop ‘Hbo’s bezorgd over hoofddoeken’.
In Havana, het weekblad van de Hogeschool van Amsterdam, noemt Verlaan de artikelen ‘heel vervelend en uit zijn verband getrokken’. Ze noemt de suggestie dat de HvA zich zou bezinnen op het verbieden van hoofddoekjes en het opheffen van gebedsruimtes in de hogeschool ’totale onzin’.
Verlaan werd vorige week over de gebedsruimtes alsvolgt op de voorpagina van NRC Handelsblad geciteerd: ‘Ik ben voor scheiding van kerk en staat. Dat betekent dat een openbare school geen gebedsruimte zou moeten zijn.’ Daaraan werd de mededeling gekoppeld dat zij binnenkort met studenten in gesprek gaat over deze voorzieningen. In Havana van deze week spreekt ze dat echter tegen: ‘Het stiltecentrum is er en staat niet ter discussie.’
Inmiddels heeft kamerlid Margot Kraneveldt (LPF) vragen gesteld aan de minister van Onderwijs, omdat ze vindt dat de gebedsruimtes op gespannen voet staan met de scheiding van kerk en staat.
De artikelen in NRC Handelsblad lokten nog meer media-aandacht uit. Het tv-programma Netwerk kwam langs, maar mocht het gebouw niet in. Buiten werden interviews met moslim-studenten opgenomen, die het dragen van de hoofddoeken verdedigden en pleitten voor het openhouden van de gebedsruimtes. Ook de Amsterdamse zender AT5 besteedde aandacht aan het rumoer.
Verlaan zegt in Havana geen moeite te hebben met hoofddoeken. ‘Het gesprek met de journalist vond enige weken geleden plaats en ging over een veel breder onderwerp dan de hoofddoekjes: de positie van achterstandsgroepen in het onderwijs, en hoe we de betrokkenheid van onder anderen moslimstudenten kunnen vergroten. Het dragen van een hoofddoekje is voor mij en het college al lang een gepasseerd station. Het is toegestaan en daar zal nooit aan getornd worden.’
Het collegelid wijst erop dat ze wel heeft gezegd de hoofddoek als een ‘geuzenbanier’ te beschouwen, waarmee moslims power willen uitstralen.
NRC-journaliste Jutta Chorus neemt intussen geen woord van de artikelen terug. Zij heeft Verlaan naar haar overtuiging juist geciteerd. Zo laat ze haar zeggen: ‘De meisjes met hoofddoeken en de jongens met baarden voelen zich niet erkend en herkend. Er is sprake van maatschappelijke spanning: kijk naar de discriminerende opmerkingen die sommige moslims in het openbaar maken over joden. Als we daar niet snel iets aan doen, kan dat akelige gevolgen hebben.’
Nergens in de NRC-artikelen staat overigens dat Verlaan tegen het dragen van hoofddoeken is, wel dat ze moeite heeft met de gebedsruimtes. Ook heeft Chorus met diverse andere hbo-woordvoerders gesproken, die in verschillende toonaarden hun zorg uitspreken over de dikwijls geïsoleerde positie van moslimjongeren.
Zo werd studentenmentor Eric Kensdell van de Hogeschool van Amsterdam geciteerd: ‘Er is zoveel slecht nieuws over moslims. Ze tooien zich in hun eigen kleuren en vormen een beveiligd kordon.’ Uit de mond van minderhedencoördinator Ana Maria Andreol van de Haagse Hogeschool tekende Chorus het relaas op over een student die weigerde in een groepje samen te werken met een meisje omdat ze een hoofddoek droeg. Andreol: ‘Hij is in een ander groepje gezet. Andere moslimmeisjes zijn solidair. Ze redeneren: “Nu zal je het krijgen ook” en gaan juist een hoofddoek dragen.’
Morgen gaan ook Skoop en Impuls in hun papieren edities op de zaak in. Aan medewerkers en studenten van de Hogeschool Brabant en de Hogeschool ‘s-Hertogenbosch is de vraag voorgelegd wat ze van het dragen van hoofddoeken vinden. Overheersen
Punt. Of had jij nog wat?