‘Documentaire over identiteit van kunstacademies’

Een documentaire over de identiteit van de kunstacademie in Den Bosch en Breda moet toekomstige studenten inzicht geven in de verschillen tussen beide academies. Met dat voorstel kwam gisteren de medezeggenschapsraad van de kunstacademies.

Tijdens de vergadering nam de raad vast een voorproefje op de studiemiddag van 13 februari waar ondermeer een aantal docenten, de directie, de onderwijskundige en de voorzitter van de medezeggenschapsraad bijeen komen om de identiteit en kernwaarden van beide academies te formuleren.
Identiteit bepalen is een lastige kwestie, vinden de raadsleden. Vooral omdat het om een fusie gaat van twee academies, op twee locaties met ieder hun eigen geschiedenis, cultuur en mentaliteit. ‘Als academie moet je je eerst afvragen waar je met je verhaal naar toe wil. Wil je blancostudenten een beeld geven van beide academies of wil je politieke wensen in het verhaal stoppen’, vraagt docentlid Michel Somers zich af. ‘Kortom, bepaal je de identiteit aan de hand van je streven of aan wat je in de praktijk bent.’
Volgens de raad zijn er wezenlijke verschillen tussen beide academies en die moeten hoe dan ook benadrukt worden. Bestaande verschillen zoals de toelatingseisen die volgens Somers in Den Bosch ‘strenger’ zouden zijn dan in Breda moeten helder op papier worden gezet. ‘Een student die in Den Bosch niet wordt toegelaten zou misschien wel in Breda kunnen worden aangenomen, omdat hij daar ook stylist kan worden en daarvoor zijn de eisen wat minder zwaar.’
‘Het is misschien wel goed een documentairemaker aan de slag te laten gaan die bij beide academies gaat kijken. We maken weinig gebruik van beelden. Met een videofilm laat je zien waar het in Den Bosch en in Breda om gaat’, oppert Somers. Een documentaire zegt meer dan een dikke pil over onderwijskundige beschouwingen, daarover zijn de leden het eens.
Vooral voor nieuwkomers zijn beelden bepalend voor hun keuze. Voor studentlid Lisette Spee gaf het beeld en de sfeer tijdens de open dag de doorslag. Fokke Verhagen ervoer hetzelfde. ‘Toen ik voor het eerst op de academie in Utrecht kwam, was het een grote show, afschuwelijk. In Den Bosch daarentegen waren mensen bezig met lessen, ze waren de muren aan het schilderen, overal lag troep. Het voelde meteen goed aan.’ (CB)