Hoor je erbij of hoor je er niet bij? Dat is de vraag voor het nieuwe management dat twee weken geleden grotendeels werd benoemd. Want zit je eenmaal op één van de veertig nieuwe leidinggevende functies, dan wil dat nog niet zeggen dat je toegang hebt tot de ’top-25′.
Het onderscheid wordt al van meet af aan duidelijk, want alleen voor het selecte gezelschap dat zo wordt aangeduid gaat binnenkort een management-developmentprogramma van start. Daar gaat men aan de slag met de nieuwe cultuur en de bijbehorende managementstijl van Avans Hogeschool.
Wie daar niet zijn uitgenodigd: de adjunct-ditecteuren en onder-managers. Maar voor sommigen is een uitzondering gemaakt. In de 21 januari gepubliceerde plaatsingslijst staat achter hun naam uitdrukkelijk vermeld dat ze wel meedoen aan het ‘MD-traject’: Cees van Dongen, adjunct van de Academie voor Sociale Studies, en Rien Brouwers, manager innovatie van het Leer en Innovatiecentrum.
Met name bij de ondersteunende diensten valt op hoe voormalige hoofden van dienst weliswaar op hun stoel zijn blijven zitten, maar volgens het nieuwe onderscheid toch niet meer bij de top horen, omdat er een managementlaag tussen is geschoven. Zo hebben de voormalige diensthoofden Ger Reijnders (ICT), Jan Jansen (Facilitaire Dienst) en Dick van der Maat (Financiën) directeuren boven zich gekregen en worden zij nu tot het tweede echelon gerekend.
De als noviteit geïntroduceerde categorie focusmanagers – zij gaan academieoverstijgende projecten leiden – hoort evenmin bij de uitverkorenen die mogen deelnemen aan de management-developmentactiviteiten. (FG)
Punt. Of had jij nog wat?