Het kost bijna een halve ton om een studie te laten beoordelen en goedkeuren. In het hbo zullen kleine studies daarom verdwijnen of samengaan.
Dat blijkt uit gesprekken van het Hoger Onderwijs Persbureau met een aantal hogescholen en onderwijsbeoordelingsinstanties. Maar volgens de nationale studie-keurmeester NVAO hoeft er helemaal geen paniek uit te breken. Er heersen een paar misverstanden.
‘De nieuwe accreditatie zal een behoorlijke opschoning van het aantal aparte studies betekenen’, meent Wienke Bloomen van de erkende beoordelingsinstantie Hobéon Media. ‘Het is inderdaad denkbaar dat er een paar goede, kleine opleidingen verdwijnen. Dat is inderdaad een onderwerp van gesprek.’
‘Dat kan ik bevestigen’, zegt Norbert Verbraak, collegevoorzitter van de Fontys Hogescholen. ‘Hogescholen zullen een paar studies aan de wilgen hangen. Zelf hebben we vier duale opleidingen opgeheven. Dat kan tot vermindering van het onderwijsaanbod leiden. Neem nou de lerarenopleidingen bouwtechniek, bouwkunde en elektrotechniek: die zullen door dit soort regels waarschijnlijk één opleiding moeten worden.’
Bovendien zullen de hogescholen veel studies samenvoegen met andere studies in brede bachelors. De Fontys-voorzitter: ‘Dan krijg je bijvoorbeeld vijfentwintig majors en vijfentwintig minors. Daarmee kun je in principe 25 x 25 = 625 opleidingen maken. Ik weet niet hoe de NVAO dat precies wil visiteren.’
De regels zijn veranderd en dat schept onduidelijkheid. Sinds dit jaar moeten studies allemaal de goedkeuring krijgen van een erkende Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI), zoals Hobéon Media. En dat kost geld. Dan praten we niet alleen over het oordeel en de registratie (ongeveer twintigduizend plus vijfentwintighonderd euro), maar ook over de werknemers die binnen de instelling alles moeten doorlichten en rapporten moeten schrijven. Geen wonder dat de colleges van bestuur kosten en baten tegen elkaar afwegen. Je komt namelijk al snel op ‘vijftigduizend euro per studie’, berekent Verbraak.
Dat heeft zijn goede en zijn slechte kanten. Het voordeel is dat aan de wildgroei een einde komt. Voorheen schoten nieuwe studies als paddestoelen uit de grond, omdat een nieuwe naam vaak nieuwe studenten aantrok. De studies bleken meestal een mix van twee oude studies te zijn. Zo zou je bijvoorbeeld economie en bedrijfskunde door elkaar kunnen husselen en zo een ‘nieuwe’ studie bedrijfseconomie kunnen scheppen. Maar als zo’n nieuwe naam geld kost, gaat het trucje niet meer op.
Olchert Brouwer van de NVAO stelt de instellingen gerust: ‘Duaal, deeltijd en voltijd beoordelen we allemaal in één keer. Ook hoef je niet alle leraaropleidingen stuk voor stuk te toetsen. Dat zullen we in één keer doen. Dan kost het een stuk minder.’ Er valt dus in zulke situaties een mouw aan te passen, maar in principe geldt: iedere studie krijgt zijn eigen beoordeling.
De grootste klap zal in het commerciële onderwijs vallen. Wanneer die instellingen hun studies laten accrediteren, krijgen ze nog steeds geen bekostiging van de overheid. Alleen hun studenten profiterern ervan: die kunnen recht krijgen op studiefinanciering en mogen zich na afloop bachelor of master noemen. ‘Het is een groot probleem. We horen inderdaad dat sommige leden studies niet meer laten beoordelen’, zegt Heleen Keijzer, bestuurslid van Paepon, vereniging van commerciële hbo-opleidingen. (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?