Een groot aantal organisaties dringt er bij minister Verdonk van Vreemdelingenzaken op aan om ook voor buitenlandse studenten en gastonderzoekers tot een soepeler toelatingsbeleid te komen.
Op initiatief van het Innovatieplatform kunnen kenniswerkers (bijvoorbeeld hoogleraren of promovendi) uit het buitenland via een voorziene greencardregeling eenvoudiger en veel sneller in Nederland aan de slag. Het stroperige traject bij de Immigratie en Naturalisatiedienst blijft hun daardoor bespaard. De IND eist echter wel een minimum inkomen van 45.000 euro of meer. Promovendi, postdocs en universitair docenten jonger dan dertig jaar hoeven niet aan deze norm te voldoen.
Studenten en stagiairs uit het buitenland vallen echter buiten de nieuwe regeling. Voor hen dreigt alles bij het oude te blijven. Zij krijgen een verblijfsvergunning van een jaar, die telkens verlengd moet worden, met alle administratieve rompslomp van dien. Buitenlandse gastonderzoekers die van een beurs uit eigen land moeten rondkomen hebben dezelfde problemen.
Voor organisaties als de VSNU, VNO-NCW, de HBO-raad, ISO en LSVb aanleiding om in de pen te klimmen. Zij achten de komst van buitenlandse studenten belangrijk voor de ontwikkeling van de kenniseconomie. Om die reden zouden ook de studenten en gastonderzoekers in de regeling moeten worden meegenomen.
De ondertekenaars willen op korte termijn met de minister overleggen. De koepelorganisaties willen eventueel een deel van de verantwoordelijkheid voor de nu buitengesloten groepen op zich nemen.
Het huidige kabinet is niet het eerste dat tot een goede regeling voor kenniswerkers probeert te komen. Eerder deden Paars II en Balkenende I een vergeefse poging. Minister Verdonk heeft nog niet op de brief gereageerd.
De oude verblijfsregeling zorgt intussen nog steeds voor de nodige overlast. Vorige week meldde de krant van Wageningen Universiteit dat buitenlandse promovendi in de problemen kwamen door grote achterstanden bij de IND. Ze konden bijvoorbeeld geen congressen volgen in het buitenland. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?