Waarom krijgt de ene student na een bindend negatief studieadvies wél een contract waardoor hij verder kan en de ander niet? Die vraag stelde een student Bouwkunde aan Avans Hogeschool Tilburg woensdag tijdens een zitting van het College van Beroep in Breda. ‘Een contract is een gunst’, meent Ted de Keijzer, voorzitter van examencommissie van Bouwkunde.
De tweedejaars Bouwkunde kreeg een bindend negatief studieadvies omdat hij niet binnen twee jaar het aantal benodigde studiepunten had gehaald. Hij moet nu van school. De jongen ging hiertegen in beroep bij het College van Beroep.
Tijdens de zitting gaf de student aan dat er een andere student was die er gelijksoortig voorstond, drie vakken open en één vrij studiepunt te kort, die wèl mocht blijven. Weliswaar met een contract waarin staat dat hij binnen een bepaalde tijd zijn studiepunten moet hebben gehaald, anders zou hij alsnog van school moeten. De Bouwkundestudent wilde zo’n contract ook.
Docentlid van het college, Jan Jansen, vroeg aan de voorzitter van de examencommissie wat de precieze criteria zijn om voor zo’n contract in aanmerking te komen. Daarop benadrukte de voorzitter van de examencommissie dat de opleiding slechts bij uitzondering een contact geeft, waarmee het bindend negatief studieadvies als het ware wordt opgeschort. ‘Het is eigenlijk een soort positieve discriminatie. We passen die toe bij studenten die géén bijzondere omstandigheden hebben waardoor het bindend negatief studieadvies niet gegeven mag worden, maar die wèl een bepaalde meerwaarde hebben. Bijvoorbeeld omdat we zien dat hij altijd veel inzet heeft getoond, maar net op een paar onderdelen pech had. Daarbij wordt ook gekeken naar de studiehouding van iemand.’
Gisteren werd bekend dat het College van Beroep de zaak ongegrond heeft verklaard. De motivatie voor deze beslissing volgt over maximaal twee weken. (PM)
Punt. Of had jij nog wat?