Dure reclamecampagnes in het hoger onderwijs zijn ‘onwenselijk’. Dat vindt staatssecretaris Rutte van onderwijs. Maar een verbod gaat hem te ver.
De studentenbonden zouden actie moeten voeren als universiteiten hun geld verspillen aan ‘glimmende glossy’s’. ‘Dan wil ik wel met jullie mee demonstreren’, zei hij in een overleg met studenten vorige week.
Het belang van reputatie in het hoger onderwijs neemt toe. Scheidend rector magnificus Frans van Vught van de Universiteit van Twente sprak al van een reputatie-race, een ‘rep-race’. ‘Universiteiten zullen elke euro die ze te pakken kunnen krijgen, investeren in hun reputatie’, zegt hij in de Volkskrant. Dat betekent niet alleen investeren in onderzoekers, faciliteiten en studenten, maar ook in reclame.
De Tweede Kamer volgt de ontwikkelingen met lede ogen. ‘Als ik de jaarverslagen van de universiteiten zie langskomen in een geweldige lay-out, dan denk ik ook wel eens: tjonge, wat een geld gaat daarin om’, zegt Jacques Tichelaar, onderwijswoordvoerder van de Partij van de Arbeid. ‘Maar je kunt het niet verbieden. Dan blijf je bezig. Zijn er vier managers nodig voor een universiteit of is één voldoende? Moeten die professoren in zo’n mooi gebouw zitten of kan het soberder? Daar kom je nooit uit.’
Ook zijn college Cisca Joldersma van het CDA ziet op dit moment geen aanleiding voor een verbod op reclame. Zij wil bovendien niet voor de instellingen bepalen wat de grens tussen voorlichting en reclame is. Pas als de instellingen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet nakomen, zou zij maatregelen willen nemen. ‘Je zou dan eisen kunnen verbinden aan de vaste voet die de instellingen krijgen.’
De Socialistische Partij wil daar niet op wachten. ‘Wij dienen een motie in waarin we vragen om reclame te verbieden’, zegt Tweede Kamerlid Fenna Vergeer. ‘Het geld dat vrijkomt zou naar tutoren voor eerstejaars studenten moeten gaan.’ Zij pleit voor een ‘bandbreedte voor secundaire lasten’. Het geld dat de instellingen krijgen, is primair bedoeld voor onderwijs. Dan moet het niet opgaan aan modieuze gebouwen en extra managers, vindt ze.
Een woordvoerder van de universiteitenvereniging VSNU is maar blij dat de instellingen lumpsum bekostigd worden. ‘De overheid zegt niet waar het geld precies naartoe moet gaan. Je moet erop vertrouwen dat de universiteiten de middelen verstandig besteden. Je kunt ze ook niet verbieden om zich te profileren.’ (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?