De kwaliteitscontrole in het hoger onderwijs gaat weer op de schop zodra de eerste accreditatieronde voorbij is. Dat verwacht NVAO-voorzitter Loek Vredevoogd. Hij zei dat gisteren tijdens het VSNU-café over accreditatie.
Vredevoogd pleit voor meer vertrouwen in onderwijsinstellingen die zich bewezen hebben. Met steekproeven kun je dan af en toe controleren of dat vertrouwen terecht is. ‘Je kunt de instellingen vragen: waar sta je voor en hoe geef je dat vorm? Als de instelling vertrouwen geniet, hoef je niet iedere opleiding afzonderlijk te bekijken.’
Wanneer binnen een universiteit of hogeschool negen opleidingen zich bewezen hebben, dan zal de tiende waarschijnlijk ook goed genoeg zijn, meent hij. ‘Alleen opleidingen die tijdens een vorige controle met de hakken over de sloot zijn gegaan, zul je vaker onder de loep nemen.’
Overigens vindt hij de beoordeling van nieuwe opleidingen nog altijd belangrijk. ‘We moeten bij de aanvragen van nieuwe opleidingen het kaf van het koren scheiden. Helaas blijkt er meer kaf dan we hadden verwacht.’
Op het VSNU-café was ook tegengeluid te horen. Onderwijsadviseur Pieter Mostert pleitte voor het afschaffen van accreditaties. ‘Ik heb nog nooit gezien dat een opleiding er beter van werd. Sterker nog, ze verdoen hun tijd met papierwerk maken. Een opleiding die met portfolio’s werkt, is gedwongen zijn portfoliobeleid gedetailleerd op papier zetten. Bovendien komt er een schriftelijke evaluatie, een schriftelijke verwerking van die evaluatie en een schriftelijke tussentijdse rapportage overheen. Allemaal onzin. Als het onderwijs niet goed is, moeten studenten en medewerkers gewoon vertrekken.’
Studentenbond LSVb wil in de toekomst juist gedetailleerde beoordelingen zien. ‘De accreditatie is er voor de student, niet voor de opleiding. Wanneer de kwaliteitszorg goed is, dan hoeft een accreditatie niet veel te kosten.’ (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?