De naam ‘Avans Hogeschool’ is gedurende dit studiejaar een stuk bekender geworden. De ‘algemene naamsbekendheid’ in het wervingsgebied bedraagt inmiddels 28 procent. Een jaar geleden was dat nog 19 procent.
‘Algemene naamsbekendheid’ is een in de marktonderzoek veelgebruikte indicator gebaseerd op meerdere variabelen als ‘top of mind’ bekendheid, ‘spontane’ bekendheid, ‘geholpen bekendheid’, ‘geen’ bekendheid.
De nulmeting van de naamsbekendheid werd gehouden in mei 2004, kort na de introductie van de nieuwe naam ‘Avans Hogeschool’. In mei 2005 werd de meting herhaald met als uitkomst een score van 28 procent. De streefscore was 30 procent.
De algemene naamsbekendheid is een van de factoren die van invloed zijn op de instroom van studenten. De instroom van Avans blijft al enige jaren achter ten opzichte van de concurrentie. ‘Onbekend maakt onbemind’ was een van de verklaringen kort nadat de naam Avans Hogeschool was gelanceerd.
Hoeveel gewicht de factor naamsbekendheid in de schaal legt is niet duidelijk. In ieder geval is de naamsbekendheid van andere hogescholen in de regio groter. De meeste instellingen scoren tussen de 30 en 40 procent. ‘Fontys’ is zelfs bij bijna 60 procent van de ondervraagden een bekende naam.
Ook negatieve publiciteit kan bijdragen aan naamsbekendheid. De deining rond het rapport Schutte en de studentenacties bij de opleiding CMD zou de naamsbekendheid van Avans dus positief kunnen beïnvloeden. Een mogelijk effect daarvan is echter nog niet in de score verwerkt, omdat de meting werd afgesloten voordat deze ontwikkelingen zich voordeden. (FG)
Punt. Of had jij nog wat?