Collegevoorzitter Jos Elbers kijkt trots terug op de fusiebesprekingen die leidden tot de vorming van zijn Hogeschool Inholland. Toch vindt ook hij dat de instellingen die de mega-hogeschool vormden meer de tijd hadden moeten nemen.
Elbers blikt terug op de geboorte van Inholland in een deze week verschenen rapport van de Onderwijsraad over schaalgrootte in het onderwijs. Zijn instelling is door het adviesorgaan gebruikt als een van de cases waarmee het document is geïllustreerd. Elbers was destijds de motor achter de fusie tussen de Ichtus Hogeschool, de Hogeschool Holland, de Hogeschool Haarlem en de Hogeschool Alkmaar.
De onderhandelingen tussen Elbers’ Ichtus Hogeschool en de gelijkgezinde Hogeschool Holland leverden weinig problemen op. Moeizamer ging het met de meer traditionele hogescholen van Alkmaar en Haarlem. Vooral het personeel lag dwars, totdat alle 96 leden van de diverse medezeggenschapsraden werden bijeengeroepen in een hotel. Elbers beleefde zijn finest hour: ‘Ik heb dat helemaal gepowered in mijn rol als voorzitter, als boegbeeld van de fusie. Het was een professioneel hoogtepunt in mijn carrière. Alles uit mijn hoofd. Ik ben de hele dag blijven staan. En maar lopen.’ Aan het einde van de dag wilden de medezeggenschapsraden volgens de collegevoorzitter gevoelsmatig nee zeggen, ‘maar rationeel wist men dat het ja moest worden’.
Liever had Elbers gezien dat de Hogeschool Inholland niet in 2003 maar in 2004 van start was gegaan. Door de grote haast waarmee de vele reorganisaties werden doorgevoerd, was er te weinig aandacht voor de ‘kleine kwaliteit’. Dat leidde tot ontevredenheid van studenten en personeel. ‘Was dat ook gebeurd, als alles een jaar meer tijd had gekost?’, vraagt Elbers zich af. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?