Het ministerie van OCW laat zich in de ‘hbo-fraudezaak’ adviseren door Arijan Bakker. Dat is opmerkelijk, want Bakker was tot 1 oktober 1999 bestuurslid van de Hogeschool van Amsterdam en die instelling speelt een hoofdrol in het fraudedossier. Volgens het ministerie gebeurt er niets onoorbaars.
Bakkers rol komt ter sprake in een interview van het Amsterdamse hogeschoolblad Havana met HvA-collegevoorzitter Rob Scheerens, die overigens weinig over de zaak loslaat. Havana meldt dat de HvA volgens het ministerie ten onrechte bekostiging kreeg voor 1200 (buitenlandse) studenten die in het jaarverslag van 1999 werden gemeld.
In een reactie op het Havana-interview stelt het ministerie volledig de hoogte te zijn van Bakkers activiteiten voor de hogeschool. ‘In juni 1999 was Bakker daar feitelijk al vertrokken. Met de bekostigingsonregelmatigheden van de HvA heeft hij niets te maken’, legt een woordvoerder uit. ‘Toen we in 2002 gebruik gingen maken van zijn diensten, heeft hij dit punt zelf naar voren gebracht en het ministerie zag geen aanleiding om Bakkers kwaliteiten niet te benutten. Uiteraard zorgen we er wel voor dat hij absoluut geen rol speelt in het HvA-gedeelte van de zaak.’
De Hogeschool van Amsterdam is één van de hoofdrolspelers in de zogenaamde ‘hbo-fraude’ en moet volgens het ministerie 25 miljoen euro aan onterecht ontvangen bekostiging terugbetalen. Daarmee heeft de HvA van alle instellingen de hoogste terugvordering aan de broek. De op één na grootste vordering – ruim 20 miljoen – ging naar Avans Hogeschool.
De Amsterdamse collegevoorzitter Rob Scheerens noemt de hele zaak een schijnaffaire, en heeft net als zijn collega Harry Koopman van Avans Hogeschool aangekondigd de clasim aan te vechten.
In het fraudedossier kreeg staatssecretaris Rutte op 7 november een gevoelige tik te verwerken: de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) heeft volgens de rechtbank in Leeuwarden terecht bekostiging gekregen voor een flink aantal buitenlandse studenten die hun programma grotendeels buiten de landsgrenzen volgden. Daarmee werd een streep gehaald door een terugvordering van bijna 830 duizend euro, en hebben de instellingen die bezwaar maken tegen het terugstorten van vermeend fraudegeld een nieuw wapen in handen. Rutte gaat tegen de uitspraak in hoger beroep. Adviseur Bakker was bij de zitting aanwezig om de technische kant van de zaak namens het ministerie toe te lichten. De verdediging lag bij de landsadvocaat.
Bij de terugvorderingen maakt de staatssecretaris gebruik van het onderzoek van de commissie-Schutte. Die trof voor 96 miljoen euro aan onterecht ontvangen bekostiging aan. Rutte zelf denkt maximaal 106 miljoen euro te kunnen vorderen. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?