Docenten weten niet meer waar ze aan toe zijn, de kwaliteit van het onderwijs laat te wensen over en de directie kan niet overal tegelijk zijn. Sociale Studies kampt met problemen. Daarom organiseerde de academieraad een debat over de toekomst van Sociale Studies. Met nadruk gericht op oplossingen.
Het debat was een reactie op het concept businessplan 2006-2009 dat de directie in september aan de raad voorlegde. Te ambitieus, vond de raad. Het businessplan biedt te weinig houvast en te weinig herkenning. Tijdens het debat werd op vier zorgpunten ingegaan: kwaliteit van het onderwijs, personeelsbeleid, acculturatie en aansturing.
De nadruk lag op een constructieve vergadering, zei Jacques Pijnappels, docent en voorzitter academieraad: ‘Meer onderlinge verdeeldheid willen we niet. We gaan dus niet stapelen wat mensen slecht of niet goed vinden.’
Toch klonken tussen alle opbouwende kritiek verzuchtingen over de werkdruk en het verleden. ‘Ik zie een gespannen sfeer’, zei Mustapha Aoulad Hadj: ‘Ik zie mensen bij wie het water na aan de lippen staat en ik zie een ander type die zegt: ik ga naar de les en doe maar wat. Ik begrijp het niet. Je wordt ingezet in een nieuw programma, hoe is het dan mogelijk dat je er het jaar erop wordt afgehaald.’ Op die manier kunnen docenten geen expertise opbouwen wat direct effect heeft op de onderwijskwaliteit, meent hij.
Zet de juiste docent op de juiste plek, stelde raadslid Aad Kok voor. ‘Nu wordt een docent geacht alles te kunnen en overal inzetbaar te zijn. Hij lijkt inwisselbaar. Dat komt erg ad hoc over.’
Sommige docenten vroegen zich af of de directie wel wist welke kwaliteiten de medewerkers hebben. Directielid Cees van Dongen gaf aan een overzicht te hebben van ieders kwaliteiten, maar dat door de ‘waan van de dag’ niet altijd te kunnen gebruiken. Door de snelheid van de roosterwijzigingen wordt simpelweg gekeken naar wie beschikbaar is.
Directeur Paul Appel hoopt ook met het invoeren van kennisteams een slag te maken. Deze moeten een thuisbasis creëren voor medewerkers en studenten én hun deskundigheid verdiepen. Ook moeten de teams het curriculum van vier jaar ontwikkelen, waarvoor extra budget wordt toegekend, en de onderwijseenheden uitvoeren.
‘We lopen tegen de grenzen van het besturingsmodel aan’, zei Appel. ‘Als organisatie waren we niet klaar voor de twee-lagenstructuur.’ Nu is er een groot gat tussen managers en uitvoering. Om het gat te herstellen, heeft de directie vier alternatieven aan de Raad van Bestuur voorgelegd. Appel wilde er nog niet veel over kwijt: ‘We willen meer speelruimte dan het huidige model biedt. Sommige dingen gaan anders dan verwacht en dat moeten we bijsturen.’ (MvH)
Punt. Of had jij nog wat?