Het bestuur van de Hogeschool Inholland heeft niet alert gereageerd op klachten van studenten en medewerkers. Bovendien is er te veel risico genomen bij de fusie en de onderwijsvernieuwing.
Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs. Staatssecretaris Rutte had om een onderzoek van de Inspectie gevraagd naar aanleiding van alarmerende berichten over Inholland in de landelijke media, die zelfs tot kamervragen leidden.
De Inspectie velt een stevig oordeel. Studenten klagen over de inhoud en begeleiding van het onderwijs. Docenten klagen over ‘de hoge werkdruk, de organisatie en de cultuur’ van de instelling. Het zou Inholland ontbreken aan ‘een adequate uitvoeringspraktijk’.
Aan de ambities van het bestuur ligt het niet, vindt de Inspectie, want die waren hoog. Toen de vier hogescholen samensmolten tot de Hogeschool Inholland, wilden de bestuurders meteen een ‘nog niet volledig ontwikkeld onderwijsconcept’ doorvoeren. De combinatie van fusie en vernieuwing was echter te veel van het goede en leidde tot frustraties bij ‘grote delen’ van het personeel. Dat leidde vervolgens tot ‘onverschilligheid of zelfs weerstand, hetgeen op sommige plaatsen tot op de dag van vandaag voortduurt’.
Ondertussen is Inholland druk bezig met verbeteringen. ‘Of de verbetermaatregelen toereikend zijn, kan op dit moment nog niet of nauwelijks worden beoordeeld’, schrijft de Inspectie. De voorgenomen maatregelen zijn echter ‘zonder meer ter zake’ en ‘daadkrachtig’. De hogeschool verzamelt ook voldoende informatie om het effect van de maatregelen te kunnen meten.
Toch heeft het Inholland-bestuur gefaald: ‘De samenleving eist dat een goede uitvoering van het onderwijs gegarandeerd is, ook in moeilijke omstandigheden. Gezien de ontevredenheid van studenten is dat de Hogeschool Inholland in de onderzochte periode onvoldoende gelukt. Het risico dat werd genomen op het gebied van kwaliteit en productiviteit was te groot.’
Staatssecretaris Rutte ziet de toekomst echter zonnig in en zegt: ‘Het is duidelijk dat de hogeschool in het verleden steken heeft laten vallen. Gelukkig laat het rapport ook zien dat de hogeschool krachtige verbetermaatregelen op de rails heeft gezet. Het is nu aan Inholland om die verbeteracties ook tot een goed einde te brengen, maar ik heb daar vertrouwen in.’ Over een half jaar wil hij van Inholland een rapportage over de voortgang krijgen.
Inholland zelf benadrukt vooral de positieve kant en voelt zich blijkens haar persbericht ‘gesterkt in haar beleid’. Tegelijkertijd wijst de instelling er in een uitgebreid weerwoord op ‘dat het rapport niet zozeer op feiten gebaseerd is, maar vooral op meningen, die bovendien door de Inspectie niet geverifieerd zijn’. (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?