Staatssecretaris Rutte laat nog eens goed nakijken of de komst van lectoren wel voldoende impulsen geeft aan het hbo. Over de financiering van de ‘hbo-proffen’ in 2007 neemt hij eind volgend jaar een besluit, samen met de Tweede Kamer.
Daarmee kwam hij gisteren tegemoet aan VVD-kamerlid Arno Visser, die bij de behandeling van de onderwijsbegroting zei dat hij het eerste positieve verhaal over lectoren nog moet horen. Rutte maakt zich geen zorgen over de evaluatie die hij aankondigde. ‘Ik hoor veel goede verhalen over de lectoren, de link met het bedrijfsleven wordt er door versterkt. Dat hoor je ook van werkgeversvereniging VNO-NCW. Die zijn heel enthousiast. Maar: mocht het niet werken en er geen draagvlak zijn voor voortzetting van het initiatief, dan trek ik daaruit conclusies.’ In 2007 zouden de hogescholen bijna vijftig miljoen euro ontvangen voor lectoren en kenniskringen.
De kritiek die D66-woordvoerder Ursie Lambrechts op het hbo had, wekte meer ergernis bij de staatssecretaris. De kleinste coalitiepartij is ervan overtuigd dat hogescholen de vierjarige beroepsbachelor – ‘hun core business’ – door het toegepaste onderzoek verwaarlozen en vroeg de staatssecretaris om toch vooral de aansluiting tussen mbo en hbo te bewaken.
Rutte reageerde geïrriteerd: ‘Ik kan het nog wel voor de vierde keer uitleggen: ik ben voor behoud van hogescholen en universiteiten en beiden hebben hun eigen taak. Maar wie de toekomst van het hbo wil waarborgen, moet hogescholen de kans geven om zich te ontwikkelen. En die ene bestuurder die liever aan het roer staat van een universiteit, moet maar een sollicitatiebrief naar zo’n instelling sturen.’
Bovendien wees de bewindsman ook op andere ontwikkelingen in het hbo. ‘We zijn volop bezig om een tweejarige associate degree in te voeren om toch vooral zoveel mogelijk mensen van een hogere opleiding te voorzien. Ik herken de kritiek van mevrouw Lambrechts dus echt niet.’ (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?