VVD’er Arno Visser vindt dat het tijd wordt om het hoger onderwijs aan te spreken op geleverde prestaties. ‘Waar blijft de Begeisterung waarvoor staatssecretaris Rutte zo vurig pleit? Ik hoor universiteiten, hogescholen en studentenbonden alleen maar zeuren om meer geld. En de belastingbetaler maar dokken.’
Het liberale kamerlid was eigenlijk de enige die het kamerdebat over de OCW-begroting aangreep om uitgebreid vooruit te blikken op het hoger onderwijs van 2006. Andere kamerleden hielden hun kruit droog voor volgend jaar, als de conceptwet hoger onderwijs wordt besproken.
Universiteiten en hogescholen kregen een veeg uit de pan van Visser. ‘Er blijven bij de universiteiten nog altijd veel te veel octrooien op de plank liggen. Daar gebeurt niets mee. Ik heb twee jaar geleden al gevraagd of ze daar iets mee kunnen doen. Waarom lukt het buitenlandse universiteiten wel om geld te genereren met hun octrooien?’
In het hbo ziet Visser alleen maar wijzigingen in het landschap, zonder dat er ooit wordt bekeken of er ook vooruitgang wordt geboekt. ‘We hebben het hbo via de lectoren een onderzoeksbudget gegeven. Een flinke investering, maar ik moet het eerste positieve verhaal over die lectoren nog horen.’
Coalitiegenoot D66 sloot zich aan bij die kritiek. Volgens Ursie Lambrechts heeft Nederland wel behoefte aan goed hoger beroepsonderwijs, maar ‘zit niemand te wachten op een rits tweederangs universiteiten’. D66 is bang dat de hogescholen zich te weinig concentreren op de vierjarige bacheloropleiding ‘die hun core-business is’.
Het CDA – de derde en grootste coalitiepartij – weigerde in dit koor plaats te nemen en nam het op voor de hogescholen. De christen-democraten pleitten via woordvoerder Jan de Vries zelfs voor meer ruimte voor professional masters om zo het beroepsonderwijs een duidelijker eindpunt te geven. Daarmee handelt de partij in de geest van de HBO-raad, die met Doekle Terpstra een CDA-lid aan het roer heeft. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?