Onderwijsinstellingen die bezwaar maken tegen de terugvordering door staatssecretaris Rutte van ‘onterecht verkregen bekostiging’ tussen 1996 en 2002 lijken opnieuw aan het langste eind te trekken. De rechtbank van Breda heeft in een bezwaar van het ROC West-Brabant bepaald dat het ministerie na de toekenning van de subsidie maar één jaar de tijd had om correcties toe te passen. Daarna is de bekostiging onherroepelijk geworden.
In augustus 2005 haalde de rechtbank van Leeuwarden in een bezwaar van de Christelijke Hogeschool Nederland de onderbouwing van een groot deel van de claims al onderuit op inhoudelijke gronden. De staatssecretaris is tegen dat vonnis in beroep gegaan. Nu komt daar een voor Rutte ongunstige uitspraak op procedurele gronden bij. Als het vonnis van Breda in hoger beroep standhoudt, kan het ministerie de claims verder wel vergeten.
In totaal dacht de overheid zo’n honderd miljoen terug te kunnen halen op grond van adviezen van de commissie Schutte, die onregelmatigheden in de bekostiging van het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs – beter bekend als de ‘hbo-fraude’ – heeft onderzocht. Een klein deel van de claims is al terugbetaald door instellingen die van het gezeur af wilden zijn. Maar veel instellingen hebben bezwaar aangetekend tegen de claims. Daaronder de Hogeschool van Amsterdam en de Avans Hogeschool, die samen voor bijna de helft van die 100 miljoen zijn aangeslagen. Avans zou meer dan 20 miljoen moeten terugbetalen. (FG)
Punt. Of had jij nog wat?