Het onderwijsrendement in het hbo daalt schrikbarend. Vooral studenten die een economische opleiding volgen, doen het slecht: nog geen veertig procent heeft na vijf jaar een diploma in handen. Het totale hbo-rendement is voor het eerst onder de vijftig procent gedoken.
De alarmerende cijfers zijn afkomstig van de HBO-raad, die inmiddels een aanvullend onderzoek heeft aangekondigd. Woordvoerder Paul Helbing: ‘Elke verklaring die we nu geven, is een schot uit de heup. Hier moeten we goed naar kijken en dat gaan we ook zeker doen.’
Het meest opvallend is het teruglopende rendement bij de economische opleidingen. Dat was vijf jaar geleden nog ruim 46 procent, tegen nog geen veertig procent nu. Omdat grofweg een derde van alle hbo’ers in deze sector studeert, is die aanhoudende daling extra zorgwekkend.
Maar ook in andere onderwijssectoren worden naar verhouding minder diploma’s afgegeven dan voorheen. De pedagogische opleidingen en de technische opleidingen zien hun rendement eveneens scherp dalen, al doen die het nog altijd beter, met na vijf jaar een aandeel gediplomeerden van respectievelijk 54,6 en 48,3 procent.
Ook de zorgopleidingen hebben te maken met een teruglopend rendement, maar toch heeft ruim zestig procent van de studenten na vijf jaar een diploma. Studenten van kunstopleidingen zijn het de afgelopen jaren juist beter gaan doen. Ruim de helft van de lichting die in 2000 aan de opleiding begon is na vijf jaar afgestudeerd, tegen 45 procent van het cohort 1996.
Frank Stöteler, voorzitter van het sectoraal adviescollege economisch onderwijs en faculteitsdirecteur economische studies van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, schrikt van de rendementsdaling. ‘Dit staat hoog op de agenda bij het eerstvolgende overleg dat de opleidingen hebben. Schommelingen in het rendement zijn normaal, maar het verval dat je nu bij sommige economieopleidingen ziet, is veel te groot.’
Net als de beleidsmakers van de HBO-raad heeft Stöteler geen pasklaar antwoord voor het verval. ‘Het zijn slagen in de lucht, maar een reden zou kunnen zijn dat het hbo steeds minder vwo’ers trekt. Vroeger bestond grofweg een kwart van de economiestudenten uit vwo’ers, tegenwoordig is dat nog geen tien procent. Doorgaans zijn vwo’ers sneller klaar met hun opleiding. Daarnaast is de bovenbouw van de havo aangepast. Handelskennis en economie II zitten niet meer in het standaardpakket van de bovenbouw. Het zou daarom kunnen dat studenten meer tijd nodig hebben.’
Een instelling die zeker een telefoontje van de HBO-raad kan verwachten, is de Hogeschool van Amsterdam. Met een rendement van 36,6 procent afgestudeerden na vijf jaar scoort deze instelling van alle grote hogescholen met afstand het slechtst.
Ook bij andere hogescholen daalt het rendement. De Haagse Hogeschool zit met 42,9 procent ver onder het gemiddelde, en ook de Hogeschool Rotterdam zag zijn rendement flink dalen: van 48,9 procent van cohort 1996 tot 43,3 procent van de lichting 2000. De Hogeschool Utrecht viel in dezelfde periode terug van 53,2 naar 45,6 procent. Van de studenten die in 1996 bij Inholland begonnen, had 46,8 procent binnen vijf jaar een diploma. De lichting 2000 scoort met 46,2 procent nog altijd onder het gemiddelde.
De Hanzehogeschool Groningen doet het evenmin goed met een rendement van 44,3 procent. Vooral commerciële economie springt in het oog. Van de studenten die in 1996 begonnen, was meer dan de helft in vijf jaar klaar. Van de lichting 2000 is dit aandeel slechts 26,5 procent.
Van de grote hogescholen scoren Fontys (53,1 procent), Avans (51,6 procent), Windesheim (50,3 procent) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (49,6 procent) boven het hbo-gemiddelde van 48,3 procent. De kleinere Hogeschool Ede heeft een opvallend hoog rendement (59,8 procent). (TdO/HOP)
(Bijgewerkt woensdag 12 april 18.20 uur.)
Punt. Of had jij nog wat?