‘Als jij zegt dat de Amsterdamse universiteiten saai en vlak zijn, dan is dat jouw perceptie. Maar het is gewoon niet waar. Een staatssecretaris van hoger onderwijs hoort zijn universiteiten te steunen en niet te zeggen dat ze niet deugen.’
Rector magnificus Paul van der Heijden van de Universiteit van Amsterdam trok maandagavond fel van leer tegen staatssecretaris Rutte. Tijdens het debat ‘Amsterdam studentenstad’ noemde deze het hoofdstedelijke hoger onderwijs ‘middelmatig, vlak en saai’.
Ook scheidend rector Taede Sminia van de Vrije Universiteit mengde zich vanuit de zaal in de discussie. Was het de staatssecretaris soms ontgaan dat UvA en VU druk doende zijn om Amsterdam internationaal op de kaart zetten als bètastad en als stad voor Gouden Eeuw-studies? ‘Op een aantal terreinen scoren wij uitmuntend en zijn we echt beter dan andere universiteiten’, verzekerde Sminia. De staatssecretaris moest er de scorelijstjes voor onderwijs en onderzoek nog maar eens op nakijken. ‘Dan zal hij hartstikke trots zijn op Amsterdam.’
Rutte zei dit best nog eens te willen doen, maar er niets van te verwachten. ‘Amsterdam heeft een enorme uitstraling, maar de universiteiten springen er helaas niet uit.’ Een meerderheid van het aanwezige publiek gaf de staatssecretaris daarin gelijk.
Na een klacht uit de zaal dat de forumleden – waaronder onderwijswethouder Aboutaleb – niet schenen te beseffen dat de Amsterdamse alfafaculteiten het hoofd maar nauwelijks boven water kunnen houden, zei VU-rector Sminia dat dit alleen lukt via kruissubsidie: ‘Het weinige geld dat de UvA en wij aan onze studenten economie en rechten verdienen, steken wij in onze alfafaculteiten. Als overheid en bedrijfsleven niet snel méér bijdragen aan de voor Amsterdam zeer waardevolle alfavakken, dan zakken we straks met elkaar door de bodem.’
Het debat was niet toevallig georganiseerd in de week dat het leeuwendeel van de universiteiten en hogescholen verkiezingen hielden. Een deel van discussies was voor dat thema gereserveerd. Rutte benadrukte nog maar eens dat hij goede medezeggenschap ziet als een belangrijk instrument om instellingsbestuurders bij de les te houden. Kennelijk doelend op collegevoorzitter Noorda van de UvA: ‘Laat ze maar met knikkende knieën uitleggen waarom ze wel investeren in een duur bibliotheekgebouw en niet in goed onderwijs.’ Ruttes nieuwe wet op het hoger onderwijs moet de studenten meer inspraak en eigen verantwoordelijkheid geven.
Over de vraag waarom maar zo weinig studenten actief betrokken zijn bij de medezeggenschap liepen de meningen uiteen. UvA-rector Van der Heijden had al eerder laten weten dat slechts 12,5 procent van zijn studenten de moeite neemt om te stemmen omdat ze zo tevreden zijn. Maar dat bleek vooral te zijn bedoeld als provocatie. Voormalig LSVb-bestuurder Gijs van Dijk noemde een andere oorzaak voor de geringe belangstelling: studenten in medezeggenschapsraden voeren te veel oninteressante proceduregevechten en kiezen te snel een slachtofferrol.
Volgens Jos Beishuizen, hoogleraar onderwijskunde aan de VU, is er maar één oplossing: het onderwijs moet zijn studenten op alle terreinen serieuzer nemen. ‘Dan vinden ze vanzelf de weg naar de inspraakorganen.’ (HC/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?