De eerste lichting deelnemers aan het experiment flexibele toelating van Fontys hogescholen presteert even goed als de gemiddelde Fontys-student. Vorig jaar september begon een groep van 47 studenten zonder het vereiste diploma aan een Fontys-opleiding.
De experimentele groep blijkt nauwelijks te onderscheiden van andere studenten. Programmamanager Ger Olsder van Fontys: ‘Als we kijken naar de studievoortgang, het uitvalpercentage, de voorlopige adviezen en deelname aan het onderwijs, zien we geen verschillen met het Fontys-gemiddelde.’
Het experiment vloeit voort uit het beleidskader ‘Ruim baan voor talent’ van de commissie Korthals. Tot de doelgroep behoren met name de afhakers van havo, vwo of mbo. Maar ook werklozen onder de 21 en buitenlandse jongeren zonder – de juiste – diploma’s komen in aanmerking. Doelstelling is om meer talent te benutten en de doorstroom in het onderwijs te bevorderen. Olsder: ‘Vergelijk het maar met de doelstelling van de NS: meer reizigers en minder vertraging.’
Om mee te kunnen doen moeten de studenten een pittige selectie doorstaan. Olsder: ‘We kijken vooral naar studiehouding, motivatie en competenties. De kandidaten krijgen diverse test, moeten een portfolio samenstellen en referenties leveren. Daarna volgt een assessment van een hele dag, met onder andere groepsopdrachten.’ Vorig jaar meldden zich 169 kandidaten aan voor de selectieprocedure, ruim tweederde viel af. Olsder benadrukt dat het niet de bedoeling is de gangbare toelatingseisen ter discussie te stellen: ‘Het gaat om een aanvullende route voor een specifieke, kleine doelgroep.’
Nu de eerste resultaten bemoedigend zijn kan het project verder. In september mogen bij Fontys honderd studenten via het project aan een hbo-opleiding beginnen, volgend jaar 150. Binnenkort gaat bij de hogeschool Windesheim in Zwolle een vergelijkbaar experiment van start. Na een evaluatie in 2008 of 2009 beslist de Tweede Kamer of flexibele toelating een blijvertje is. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?