Studentenbond ISO wil dat medezeggenschapsraden tenminste één lid van de raad van toezicht van hun hogeschool of universiteit zelf mogen voordragen. De raad is dan een betere afspiegeling van de instellingsgemeenschap. Het ministerie moet de voorzitter blijven benoemen.
Het ISO pleit daarvoor in een reactie op de conceptwet voor het hoger onderwijs WHOO die staatssecretaris Rutte deze maand presenteerde. De bond wijst er op dat het in het bedrijfsleven ‘de normaalste zaak van de wereld is’ dat ondernemingsraden eenderde deel van de raad van commissarissen voordragen. ‘Als instellingen in het hoger onderwijs maatschappelijke ondernemingen moeten worden, zouden we dat hier ook moeten doen’, staat in het door voorzitter Evelien van Roemburg geschreven document te lezen.
Als de nieuwe wet in zijn huidige vorm wordt aanvaard, zijn de raden van toezicht – die de colleges van bestuur in de gaten houden – nauwelijks nog controleerbaar, meent Van Roemburg. Ze vindt het ‘in het kader van “high trust” en deregulering’ een goede zaak dat het ministerie van OCW zich in de WHOO minder bemoeit met de benoemingen van de leden van de raden van toezicht. Maar de staatssecretaris is wat te ver doorgeslagen. Het ISO vindt dat de voorzitters van de controleorganen wel degelijk door het ministerie moeten worden benoemd. ‘Ondanks de terugtrekkende overheid moet wel worden gezorgd voor een minimale basis.’
Daarnaast wil de studentenbond meer duidelijkheid over de ‘zorgplicht’ die in het hoger onderwijs wordt ingevoerd. ‘De overheid bemoeit zich minder met het hoger onderwijs en onderzoek, maar richt zich meer op de resultaten en prestaties. Het ISO is echter van mening dat dit onvoldoende houvast biedt, omdat volstrekt onduidelijk is wat er van wie wordt verwacht’, schrijft Van Roemburg. ‘De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit wordt bij instellingen, docenten en studenten gelegd, individueel of via centrale medezeggenschap. Hoewel met de WHOO wordt beoogd de instellingen meer vrijheid te geven, vermoeden wij dat dergelijke regelgeving slechts leidt tot verdere juridificering van het hoger onderwijs. Dat is een kwalijke zaak.’
Het ISO is blij met de versterking van de rechtspositie van de individuele student. Het feit dat de wet voorziet in een centraal klachtenloket voor studenten, leidt tot meer duidelijkheid. Wel vindt de bond dat de nu gestelde termijn van acht weken voor de afhandeling van geschillen met de helft korter moet. Anders dreigen te veel studenten de aansluiting op vervolgvakken te missen, met alle financiële gevolgen van dien. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?