Staatssecretaris Rutte presenteerde gisteren deel twee van zijn wetsvoorstel voor het hoger onderwijs en onderzoek. Daarin biedt hij hogescholen de mogelijkheid om wetenschappelijke titels te verlenen en geeft hij het toezicht op het hoger onderwijs grotendeels uit handen.
Onder het motto ‘de overheid weg uit de collegezalen’ wil staatssecretaris Rutte dat universiteiten en hogescholen voortaan verantwoording afleggen aan de partijen die daar het meeste belang bij hebben: studenten, medewerkers en het bedrijfsleven. Daarom heeft medezeggenschap een scherpere invulling gekregen in de nieuwe wet, en krijgen de raden van toezicht van de instellingen een zwaardere rol.
Het ministerie van OCW staat meer op afstand, maar kan wel ingrijpen. Door de geldkraan dicht te draaien, of door de bevoegdheden van een instelling via een aanwijzing tijdelijk over te nemen. Rutte houdt vol dat dit geen vreemde passage is in een wet waarin de terugtredende overheid centraal zou moeten staan. ‘Het is een maatregel die je alleen in uiterste gevallen toepast’, reageert hij desgevraagd. ‘De accreditatieorganisatie NVAO blijft verantwoordelijk voor de basisverantwoordelijkheid, het toezicht is in principe in handen van medezeggenschapsraden en raden van toezicht. Mochten er desondanks dingen mis blijven gaan, dan moet de overheid kunnen ingrijpen. We stoppen immers heel veel belastinggeld in het stelsel.’
Opvallend is verder dat staatssecretaris Rutte het advies van de internationale titulatuurcommissie onder leiding van de Noor Abrahamsen ook in de eindversie van de wet heeft overgenomen. Afgestudeerden van hbo-opleidingen die veel aandacht aan onderzoek besteden kunnen wat hem betreft titels krijgen met de wetenschappelijke toevoegingen ‘of arts’ en ‘of science’. Eind vorig jaar was een meerderheid in de Tweede Kamer daar tegen.
Rutte denkt dat zijn nieuwe wet voor een flinke verlaging van de regeldruk zorgt. In het hbo zou die met 15 procent afnemen, in het WO zelfs met 37 procent. Om te voorkomen dat de terugtredende overheid tot meer bureaucratie op de instellingen zelf leidt, wil hij ook in het hoger onderwijs een ‘bureaucratiemeter’ invoeren. Die maakt per instelling inzichtelijk hoeveel geld er wordt uitgegeven aan niet-onderwijsactiviteiten. Hoe de criteria er precies uit gaan zien, is nog niet duidelijk.
Behalve een duidelijke taakomschrijving voor medezeggenschapsraden bevat de nieuwe wet ook regels voor klachten van individuele studenten. Die moeten straks terechtkunnen bij een door iedere instelling in te richten centraal loket. Komt men er daar nog niet uit, dan kan er een beroep worden gedaan op een landelijke klachtencommissie.
Universiteitenvereniging VSNU heeft meteen na de presentatie van de WHOO nogmaals laten weten niets te zien in de plannen van staatssecretaris Rutte. Zij houdt vol dat tegenover de geschrapte Haagse regels hoe dan ook extra regels komen omtrent medezeggenschap en toezicht. Studentenvakbond LSVb vindt de garanties voor medezeggenschap en goed bestuur te mager.
De HBO-raad is in eerste instantie wel tevreden met de plannen van de staatssecretaris. Rutte heeft vastgehouden aan het advies van de titulatuurcommissie en de onderzoekstaken van de hogescholen worden duidelijk in de wet geregeld.
De Raad van State – het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet – is niet enthousiast over de wet. Hij is onder meer negatief over de mogelijkheid die hogescholen krijgen om uit te groeien tot universiteit. Volgens de Raad komt uitvoering van zo’n traject er op neer dat goede hogescholen die daarvoor kiezen het imago van ’tweederangsuniversiteiten’ krijgen, en dat is zonde. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?