Ruim driekwart van de pabo-studenten in Nederland vindt het vervelend dat hun opleiding negatief in het nieuws is geweest. Toch kan bijna de helft de kritiek geheel of gedeeltelijk onderschrijven.
Dat is de voornaamste conclusie uit een onderzoek van het ISO naar de mening van zeshonderd pabo-studenten over hun opleiding. Volgens de studentenbond duidt de uitkomst op grote betrokkenheid van de studenten bij hun opleiding.
De kritiek in de media, gevoed door negatieve visitatierapporten en ander onderzoek, richt zich vooral op de reken- en taalvaardigheid van de aankomende basisschoolleraren. Uit het nieuwe ISO-onderzoek blijkt dat een kwart van de havisten rekenen inderdaad een moeilijk vak vindt in het eerste jaar. Twintig procent van hen heeft bovendien moeite met Nederlands. Onder vwo’ers liggen die percentages lager, maar nog altijd vindt zeventien procent het rekenwerk pittig. Slechts vier procent van de vwo’ers bijt zich stuk op Nederlands.
Eén op de drie studenten vindt verder dat er onvoldoende stageplekken voor hen zijn en een kleine twintig procent is ontevreden over de stagebegeleiding.
Op het algemene oordeel over de studie heeft dit alles weinig invloed. Meer dan negentig procent van de studenten blijkt daar tevreden tot zeer tevreden over. Tachtig procent is ook blij met de keuze voor zijn instelling.
De voorlichting door decanen op de middelbare school krijgt kritiek: bijna de helft van de studenten die zich bij hun keuze door de decaan lieten leiden, zegt dat hun verwachtingen niet overeenkwamen met de werkelijkheid. Daarentegen is de informatie van de hogescholen volgens zeventig procent van de studenten wel realistisch. (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?