De studentenbonden willen wil dat het ministerie van OCW de lobby voor meer en betere stageplaatsen nadrukkelijk steunt. Staatssecretaris Rutte vindt de campagne al stevig genoeg, maar de bonden houden voet bij stuk.
Met name het ISO heeft de problemen rond stages het afgelopen jaar geanalyseerd en op de agenda gezet. Samen met de HBO-raad heeft de studentenbond bovendien een brochure opgesteld die het belang van een goede stage moet onderstrepen bij de werkgevers. Met universiteitenvereniging VSNU wordt aan een vergelijkbare tekst gewerkt. ‘Wij hebben gedaan wat we konden’, zei ISO-bestuurslid Annelieke van Schie gisteren tijdens een overleg tussen de studentenbonden en staatssecretaris Rutte. ‘Alleen van het ministerie horen we niets. We vragen ons af of de staatssecretaris het onderwerp wel belangrijk vindt.’
Rutte vraagt zich echter af wat voor zin een bijdrage van OCW nu nog heeft. ‘Het ISO heeft de problemen rond het aantal stageplaatsen en de begeleiding van studenten op de werkvloer zo prominent geagendeerd, dat ik weinig toe te voegen heb’, reageerde hij. ‘Als studenten en instellingen er onderling uit kunnen komen, dan zie ik niet in waarom het departement zich nog in de discussie moet mengen. Misschien werkt dat zelfs averechts.’
De studentenbonden hielden voet bij stuk: na de zomer volgt nader overleg tussen het departement, de studentenbonden en de instellingen over de voorwaarden voor stageplaatsen. Het ministerie van Economische Zaken mag ook aanschuiven.
LSVb en ISO stelden eerder voor om de onderwijsinspectie onderzoek te laten doen naar de plaats van stages in het hoger onderwijs. Ook wilden de bonden dat de stages apart beoordeeld zouden worden door accreditatieorganisatie NVAO. Beide suggesties werden door Rutte terzijde geschoven omdat ze te drastisch zouden zijn. (TdO/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?