Avans-studenten van de Tilburgse lokatie zijn opvallend ontevreden. Dat blijkt uit het tevredenheidsonderzoek (STO) dat in april werd gehouden. Het beeld uit de Keuzegids Hoger Onderwijs van vorig jaar wordt hiermee bevestigd.
Ook in de Keuzegids stonden de Tilburgse opleidingen, Bouwtechnische Bedrijfskunde, Technische Bedrijfskunde, Bouwkunde en Civiele Techniek onderaan in de ranglijsten.
Het STO is een onderzoek van Avans zelf en levert nadere gegevens op. Vooral de tevredenheid over de voorzieningen blijkt in Tilburg opvallend laag: 5,70 (Avans-gemiddelde van 6,18). Het oordeel over Avans als geheel is ook laag: 5,93 (gemiddeld 6,37). Een afwijking van 0,3 wordt in dit soort onderzoek als significant beschouwd.
In Tilburg gaven de studenten van de Academie voor Technologie en Management (ATM) de laagste beoordeling voor Avans als geheel: 5,12. In Tilburg verzorgt ATM de opleidingen Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde. In november besloot de Raad van Bestuur deze laatste naar Breda over te hevelen. Het lijkt erop dat de ontevredenheid bij ATM een typisch Tilburgs verschijnsel is, want de ATM in Breda laat gemiddelde tot goede scores zien.
Zoals doorgaans bij dit onderzoek het geval is zijn over de hele linie de waarderingen voor de eigen opleiding gunstiger dan voor de hogeschool als geheel. Zevens worden niet uitgedeeld, al zitten sommige academies daar zeer dicht tegenaan. De International School krijgt van haar studenten een 6,99, De Academie voor Marketing een 6,96, de Academie voor Marketing & Business Management een 6,95, de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda en de Academie voor Technologie van Gezondheid en Milieu beide een 6,94. Gemiddeld ligt de waardering voor de eiegn opleiding op 6,67.
In een toelichting van het Leer en Innovatiecentrum (LIC), dat het onderzoek heeft verricht, wordt nog eens uitgelegd hoe tegen de betrouwbaarheid van gegevens moet worden aangekeken. Ideaal is een respons van 30 procent. Dat werd niet gehaald: slechts 18 procent van de studenten deed aan de enquête mee. Problemen bij een lagere respons doen zich echter pas voor als men uitspraken wil doen over kleinere eenheden. Het LIC heeft bovendien een controleonderzoek gedaan waaruit kon worden afgeleid dat de responsgroepen een redelijke afspiegeling van de studentenpopulatie vormden. Op basis daarvan zijn mogelijke afwijkingen berekend, die voor kleine responsgroepen wat groter uitvallen dan voor grotere eenheden. In de meeste gevallen blijft de mogelijke afwijking van de scores beneden de 0,2 procent. (FG)
(De resultaten kunnen op Intranet worden bekeken. Om in te loggen is een account van Avans nodig.)
Punt. Of had jij nog wat?