Studenten die na hun wo-bachelor kiezen voor een masteropleiding zijn zeer honkvast. In 2005 bleef grofweg tachtig procent hangen op de ‘eigen’ universiteit. Volgens studentenbond ISO is dat vooral te wijten aan slechte voorlichting en te veel aanvullende instroomeisen.
De studenten die in 2005 hun bachelor behaalden, gelden als de eerste lichting die hoger onderwijs volgt via het bachelor-masterstelsel. Op de mobiliteit van studenten heeft het ‘bezinningsmoment’ na het behalen van het bachelordiploma weinig effect. Uit het deze week verschenen branchejaarverslag van universiteitenvereniging VSNU blijkt het leeuwendeel de masteropleiding aan dezelfde universiteit vervolgt: meer dan 7800 bachelors bleven plakken. Meer dan tien procent (1050 wo-bachelorstudenten) stapte wel over naar een andere universiteit in Nederland. De resterende 900 bachelors haakten af of vertrokken naar het buitenland.
ISO-voorzitter Sebastiaan den Bak is slecht te spreken over de geringe mobiliteit, al verbaast die hem allerminst. “We krijgen hier zo veel opmerkingen binnen van studenten die heel graag iets anders willen na hun bachelordiploma: een andere stad, een andere soort opleiding. Het feest gaat zelden door. Omdat de ene universiteit andere instroomeisen heeft dan de andere of omdat er voor omscholing een enorm schakeltraject is ingericht.”
Volgens Den Bak is studentenmobiliteit vooral gebaat bij betere voorlichting. “Via de website studiekeuze123 zal de komende jaren veel meer inzicht worden verschaft in de prestaties van instellingen. Daarnaast is het zaak dat universiteiten wat minder moeilijk doen over de instroomeisen bij wo-bachelors. Veel aanvullende eisen zijn volgens ons niet nodig.”
In de zogenoemde harde knip – waarbij studenten hun bacheloropleiding volledig moeten hebben afgerond voor ze aan hun masterstudie kunnen beginnen – ziet Den Bak niets. “Het zou best kunnen dat zo’n harde knip de mobiliteit beïnvloedt, maar er kleven te veel nadelen aan. Het zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat studenten die hun bachelor net niet halen, soms een jaar moeten wachten voordat ze met hun master kunnen beginnen. Die tijd hebben ze niet. Voor het ISO is dat onacceptabel.”
De academische bachelors vormen de hoofdmoot van het totale aantal instromers in de wo-masterfase. Daarnaast meldden zich bijna 1800 masterstudenten die afkomstig zijn uit het hbo. Inclusief de 2700 buitenlanders stonden er in 2005 meer dan 13.500 masterstudenten geregistreerd. (TdO, HOP)
Punt. Of had jij nog wat?