Een aanzienlijke groep scholieren en studenten raakt bekneld tussen de tandwielen van het onderwijssysteem. Dat zegt Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad in een toespraak bij de jaaropening van de Christelijke Hogeschool Nederland in Leeuwarden.
Het is mooi dat veel meer jongeren kunnen studeren dan vijftig jaar geleden, zegt Terpstra, maar de ‘enorme schaalvergroting’ in het hoger onderwijs heeft wel gevolgen gehad. ‘Voor wie netjes volgens het spoorboekje studeert hebben wij een prima onderwijssysteem. Maar er is ook een groep voor wie het in de praktijk allemaal wat anders loopt dan het stelsel voor hen bedacht had. Volle kracht recht vooruit op het juiste pad is niet altijd mogelijk. We morsen talent en verzuimen dat talent weer op te rapen en weer op weg te helpen. Dat kunnen we ons niet permitteren.’
Terpstra ziet vooral problemen in de doorstroom van het ene naar het andere opleidingsniveau. Vroeger stroomde ongeveer zestien procent van de leerlingen door van havo naar vwo. Sinds de invoering van het studiehuis in 1998 is dat percentage gedaald naar drie tot vier procent. Het percentage vmbo-scholieren dat doorstroomt naar de havo blijft steken op zes procent. ‘We hebben het kraakbeen tussen de verschillende onderdelen van ons onderwijsstelsel weggesneden. En in een gewricht waarin het kraakbeen ontbreekt, schuren de botten hard langs elkaar. Dat doet heel erg pijn’, aldus Terpstra.
Iets soortgelijks geldt voor de overstap van het hbo naar de universiteit. Een schakeljaar kost de student veel geld, omdat het niet gefinancierd wordt door de overheid. ‘Vaak is de route van een hbo-bachelor naar een wo-master bovendien onlogisch, omdat de meeste hbo-studenten bewust hebben gekozen voor een beroepsgerichte opleiding. Ik hoop dat het komende kabinet deze blinde vlek snel wegwerkt door meer hbo-masteropleidingen te bekostigen.’
Hbo-docenten (‘de belangrijkste sleutel tot kwaliteit’) dragen hun kennis niet alleen over op de studenten, maar ook op bedrijven en instellingen, stelt Terpstra. Zij moeten bovendien relaties in het werkveld ‘helpen bij de oplossing van strategische vraagstukken’. ‘Hogescholen zetten daarom in op versterking van de onderzoeksvaardigheden van docenten.’
Niet iedereen staat daarbij te juichen. De docenten vallen volgens Terpstra te verdelen in twee groepen: zij die de nieuwste ontwikkelingen een ‘uitdaging’ vinden en zij die zich daarbij ‘niet op hun gemak voelen’. Die laatste mensen hebben last van onzekerheid, meent Terpstra, en hij heeft daar ‘alle begrip’ voor. Hogescholen moeten hun docenten hierbij goed ondersteunen.
Maar als er kritiek is, vergeet dan niet in eigen boezem te kijken, hield Terpstra zijn toehoorders voor. (BB/HOP)
In het artikel ‘Help, het hbo verzuipt’, dat eerder op deze website verscheen, geeft docent Anne Marie Oudemans (Hogeschool van Amsterdam) kritiek op de huidige hbo-cultuur. Je kunt daar nog op reageren. Zie archief
Punt. Of had jij nog wat?