Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland beschouwen de meeste hbo-masteropleidingen als nascholing. Anders dan de HBO-raad vinden zij daarom dat de overheid deze opleidingen niet hoeft te financieren.
Dat staat te lezen in een notitie die werkgeversvoorzitters Wientjes en Hermans gisteren presenteerden. Ze vrezen een oplopend tekort aan mbo’ers en hbo-bachelors en hebben weinig behoefte aan hbo-masters. Ze zien het dan ook met lede ogen aan dat steeds meer hbo-bachelors meteen na afstuderen een hbo-masteropleiding volgen. Uitzonderingen daargelaten – waaronder de hbo-masters in de zorg – zijn die niet vereist als startkwalificatie.
De werkgevers pleiten ervoor dat hbo-bachelors eerst een aantal jaren werkervaring opdoen en pas dan een bewuste keus maken voor een type nascholing dat past bij hun loopbaan en de behoefte van hun werkgever. Ze draaien dan samen voor de kosten op.
Zorgen maken de werkgevers zich over de toenemende uitgaven voor bestuur en beheer op hogescholen. Die moeten worden teruggedrongen ten gunste van uitgaven voor de kerntaak van het hbo: het onderwijs zelf. Goede vakdocenten zijn goud waard en hebben net zoveel recht op een betere beloning als docenten die er management- en onderzoekstaken bijnemen.
De notitie van de werkgeverorganisaties loopt vooruit op de grotere rol die het beroepenveld moet gaan spelen in het hoger onderwijs. De conceptwet op het hoger onderwijs en onderzoek geeft hogescholen en universiteiten meer autonomie. Daar staat tegenover dat direct belanghebbenden als werkgevers en studenten een grotere controlerende functie krijgen. In dat verband pleiten VNO-NCW en MKB-Nederland voor een – door de overheid gesubsidieerde – snelle intensivering en professionalisering van het overleg tussen hogescholen en bedrijfsleven, op nationaal en regionaal niveau. (HC/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?