Hoe kun je de christelijke waarde ‘omzien naar elkaar’ als basisschoolleerling toepassen in het dagelijks leven? Pabostudente Madelein Kool beantwoordde die vraag in haar afstudeerrapportage zo goed, dat ze er de Stimuleringsprijs Christelijk Onderwijs van de Besturenraad mee won. De organisatie wil het bijbelonderwijs op basisscholen promoten.
Basisschoolleerlingen zijn op school nauwelijks met godsdienst en christelijke waarden bezig, ontdekte Kool. ‘Het blijft beperkt tot elke week een uurtje godsdienst en dat is heel mager. Daarom passen leerlingen de goede dingen die ze van bijbelverhalen kunnen leren nauwelijks toe’, zegt ze.
Kool ontwikkelde een lesmethode om het ‘omzien naar elkaar’ onder de aandacht te brengen. Telkens wanneer leerlingen een ander hielpen, schreven ze hun daad op een briefje, dat ze op een hartvormige poster plakten. Zo hielden ze per week bij wat ze deden om klasgenoten, zwakkeren en mensen in de derde wereld te helpen. Het liep uiteen van het helpen bij het plakken van een lekke band tot het inzamelen van geld voor een ontwikkelingsproject. Kool vertelde vervolgens bijbelverhalen die daarbij aansloten.
De jury roemde de sterke koppeling van dagelijkse praktijk en bijbelverhalen in Kools werk. Daarnaast wordt in het rapport de sterke theoretische onderbouwing en de uitgebreide reflectie op haar eigen functioneren in haar project. De prijs is een geldbedrag van 750 euro.
De oud-studente is blij met de prijs, maar ziet die eerder als een leuke bijkomstigheid. Ze heeft de rapportage dan ook niet zelf aan de Besturenraad voorgedragen. ‘Ik ben blij dat mijn werk gewaardeerd wordt, maar vind het belangrijker dat leerlingen zich meer bewust worden hoe belangrijk omzien naar elkaar is. Ook dat is gelukt, daar gaat het om.’
De prijs voor Kool is de tweede prijs voor studenten van de Pabo in korte tijd. Eerder wonnen vierdejaarsstudenten Marjolein Rompa en Martijn Deleij de Straksvoordeklas prijs met een website over cyberpesten. Meer daarover in Punt nummer 4, die op 27 oktober verschijnt. (RS)
Punt. Of had jij nog wat?