Universiteiten en hogescholen tasten diep in de buidel als ze een hoogleraar, bestuurder of beleidsmedewerker ontslaan. Een gouden handdruk van vijf of zes jaarsalarissen komt geregeld voor.
Hoogleraren verdienen in één jaar zelden meer dan twee ton, tenzij ze ontslagen worden. In 2005 kreeg een Utrechtse hoogleraar met een jaarinkomen van 91 duizend euro een ontslagvergoeding van 558 duizend euro: ongeveer zes jaarsalarissen. Soortgelijke gevallen doen zich voor aan de universiteiten van Groningen en Delft. Zo’n royale afscheidsgroet is ook weggelegd voor sommige beleidsmedewerkers. Bij de Hogeschool van Amsterdam kreeg een instituutsdirecteur meer dan vijf jaarsalarissen als ontslagvergoeding mee.
Dat blijkt uit een overzicht van topsalarissen in de publieke en semi-publieke sector dat het ministerie van binnenlandse zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Sinds maart van dit jaar moeten organisaties publiek gefinancierde salarissen openbaar maken als die het gemiddelde ministerssalaris van 158 duizend euro overstijgen.
In totaal verdienden 37 bestuurders en beleidsmakers van de universiteiten 158 duizend euro of meer, inclusief hun pensioenlasten, maar exclusief eventuele ontslagvergoedingen. Ook vijftien professoren en één docent overstegen het ministerssalaris. In het hbo staat de teller op twaalf.
Bij de academische ziekenhuizen toucheerden ruim zeshonderd specialisten meer dan anderhalve ton. Een Maastrichtse specialist spande de kroon met een salaris van 261 duizend euro.
Een commissie onder leiding van voormalig VVD-leider Hans Dijkstal komt in het voorjaar van 2007 met een advies over de normering van topinkomens in de publiek gefinancierde sector. (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?