Hogescholen moeten strikte regels naleven als ze studenten vrijstellingen verlenen. Vaak beslissen de instellingen op eigen gezag of studenten enkele vakken mogen overslaan. Dat kan funest uitpakken ‘voor de beeldvorming’.
Daarvoor waarschuwen zes hoger-onderwijsbestuurders in een onderzoek van de Open Universiteit naar de ‘erkenning van verworven competenties’ (evc) door lerarenopleidingen. Als de procedures niet glashelder zijn, kan gemakkelijk de indruk ontstaan dat evc een nieuwe manier is om studenten snel door de opleiding te pompen.
De kerngedachte achter evc is dat mensen dankzij hun praktijkervaring al beschikken over bepaalde kennis en vaardigheden. Wie bijvoorbeeld de overstap wil maken van profvoetballer naar gymleraar, kan wellicht enkele lessen overslaan. Op die manier hoeft een hbo-opleiding minder lang te duren.
De Europese Commissie en het demissionaire kabinet willen de erkenning van zulke praktijkervaring aanmoedigen. Zij zien het als een manier om het aandeel hoogopgeleiden te laten groeien tot vijftig procent van de beroepsbevolking. Maar de ‘erkenning van verworven competenties’ mag natuurlijk niet leiden tot verlaagde eisen.
Joop van Mackelenbergh, bij Avans betrokken met de opzet van evc-trajecten, is het daarmee eens. Wel benadrukt hij dat we de essentie van evc niet uit het oog mogen verliezen. ‘We willen studenten niet lastigvallen met onderwijs voor competenties die ze al hebben, maar de competenties die ze nog niet hebben, moeten ze gewoon halen’, zegt hij.
De lerarenopleidingen in het hbo lopen voorop met evc. De beoordeling van zij-instromers voldoet volgens de onderzoekers het best aan de eisen van de HBO-raad: die geschiedt door assessment-centra.
Maar voor deelnemers aan deeltijdopleidingen blijken de procedures veel minder helder te zijn. Gebrek aan geld en deskundige assessoren spelen vooral de kleinere lerarenopleidingen parten. Zij krijgen het advies om beter samen te werken.
Of de beoordeling van evc overal binnen Avans vlekkeloos verloopt, durft Van Mackelenbergh niet te garanderen. Eind dit kalenderjaar, als de procedures en meetinstrumenten voor Avans vastgelegd zijn, is dat volgens hem wel het geval. ‘Heldere procedures en goede meetinstrumenten moeten de zorg wegnemen dat regels niet nageleefd worden. De huidige beoordelingen zijn daarmee niet waardeloos’, zegt hij.
Het onderzoek is verricht door het Ruud de Moorcentrum van de Open Universiteit, in opdracht van de HBO-raad. [HC/HOP, RS]
Punt. Of had jij nog wat?